44
29 April 1948.
WIJZIGING LOONTABELLEN WERKLIEDEN
EN ALGEMENE REGELEN OMTRENT
DE BEPALING VAN HET LOON.
Aan de Raad.
Bij circulaire van 10 December 1946 heeft de Minister
van Binnenlandse Zaken aan de gemeentebesturen
mededeling gedaan van de maatregelen, die de Regering
had getroffen ten opzichte van de verbetering van de
financiële positie van het burgerlijk Rijkspersoneel.
Daarbij werden tevens richtlijnen gegeven voor een
herziening van de salarissen en lonen van het gemeente-
personeel.
In bedoelde circulaire werd medegedeeld, dat aan het
Rijkspersoneel van 1 October 1946 af boven de 15
vaste, 5-10% tijdelijke toelage en de overbruggings-
toelage, vervat in Stbl. G 13 van 15 Januari 1946, bij
wijze van overgang een nieuwe tijdelijke toelage van
10 zou worden toegekend, te berekenen naar de
basis-wedde 1940.
Aan de gemeentebesturen werd in overweging ge-
geven om eveneens een overgangsregeling vast te stel-
len, waarbij echter de Rijkslonen en -salarissen als pla-
fond moesten worden beschouwd.
Op grond van bedoelde circulaire besloot Uw Raad
overeenkomstig ons voorstel bij Uw besluit van 20 De-
cember 1946, No. 51, om aan het gemeentepersoneel
eveneens een nieuwe tijdelijke toelage toe te kennen van
10 van de basiswedde of het basisloon 1940. Over
het 4e kwartaal 1946 werd daarop een voorschot ver-
strekt.
Alvorens de toelage tot 10 kon worden uitgekeerd
moest daarop de bewilliging van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken worden afgewacht. Uit overleg
over het raadsbesluit met Gedeputeerde Staten bleek
ons dat bedoeld percentage zeker niet voor alle groe-
pen van gemeentepersoneel zou kunnen worden toege-
staan, omdat dan de Rijkslonen en -salarissen zouden