44
29 April 1948.
onder bepaling dat deze toeslag bij een eventuële ver-
hoging van het loon van belanghebbende, voor zover
zulks alsdan mogelijk is, zal worden verrekend.
I
6
2 ct.
/42,24
II
6
2
92
44,16
III
5
1
94
45,12
6
2
96
46,08
IV
f
1
97
46,56
5
2
99
47,52
6
3
101
48,48
V
4
1
105
50,40
5
2
107
51,36
6
3
109
52,32
VI
4
1
111
53,28
5
2
113
54,24
6
3
115
55,20
III. de Algemene regelen omtrent de bepaling van
het loon te wijzigen als volgt:
1. te rekenen met ingang van de eerste loonweek in
Juli 1947 wordt artikel 3, le lid gelezen:
Voor jeugdige werklieden bedraagt het loon:
2. In artikel 4, le lid, wordt in de plaats van ,,zes-
jaarlijkse verhogingen van f 0.96' gelezen: ,,éénjaarlijk-
se verhogingen van 0.48
toeslag
totaal
totaal
groep
Dienstjaren
per uur
uurloon
weekloon
88 Ct.
Leeftijd in loongroep 1 loongroep 2 loongroep 3 loongroep 4
jaren
p.w.
p.u.
p.w.
p.u.
p.w.
p.u.
p.w.
14
f 7.68
16 ct.
7.68
16 ct.
f 7.68
16 ct.
f 7.68
16
15
10,56
22
10,56
22
10,56
22
10,56
22
16
14.40
30
14,40
30
14,40
30
14,40
30
17
18,24
38
18,24
38
18,24
38
18,24
38
18
22,08
46
22,56
47
22,56
47
22,56
47
19
26,40
55
26,88
56
26,88
56
26,88
56
20
30,72
64
31,20
65
31,20
65
31,20
65
21
34,56
72
35,52
74
35,52
74
36,—
75
22
40,32
84
40,80
85