43 29 April 1948. KINDERTOELAGE EN KINDERBIJSLAG- REGELING. Aan de Raad, Krachtens punt 1 van het besluit van ons college ter waarneming van de taak van de raad, van 26 Juli 1945, no. 11, bedraagt de kindertoelage, welke aan de ge~ meenteambtenaren en -werklieden wordt uitgekeerd vanaf het derde kind beneden de achttien jaar f 150. per jaar en per kind of f 2,90 per week en per kind, terwijl bij besluit van ons college, handelende krachtens de bevoegdheid, verleent bij art. 15 van het K.B. van 12 April 1945, Stbl. F 45, van 6 Maart 1946, is bepaald, dat te rekenen van 1 Jan. 1946 aan de in punt II en III van eerstgenoemd besluit vermelde personen, die vöôr 1 Mei 1945 in gemeentedienst waren, een tijdelijke toe- lage wordt uitgekeerd van f 140.(resp. f 2.40) per kind per jaar (per week) voor de eerste twee kinderen en f 200.(resp. f 3.85) per kind per jaar (per week) voor de kinderen boven het getal van twee, voor zover zij vôör 1 Mei 1945 voor deze kinderen reeds kinder- toelage tot genoemde bedragen genoten. Los personeel en enkele nevenfuncties vallen onder de kinderbijslag- wet. De kindertoelage aan het gemeentepersoneel vormt een onderdeel van de voorschriften der Regering inzake de financiële positie van dit personeel. In de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 31 De- cember 1947, no. 32108/G zijn o.m. over de kindertoe- lage nieuwe richtlijnen gegeven. Voor vast en tijdelijk aangestelde rijksambtenaren en de b. en c. contractanten (die volgens een ambtelijke loonregeling of overeenkomstig een ambtelijk loon wer- ken) bedraagt de kindertoelage 3 van de wedde(n), toelage(n), (met uitzondering van de kindertoelage) en emolumenten waarop een belanghebbende op 1 Januari van het lopende jaar of bij indiensttreding aanspraak heeft. Het minimum zal definitief op f 150.per jaar 12.50 per maand of f 2.90 per week) per kind wor- den bepaald, terwijl overigens een maximum van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1948 | | pagina 5