59
27 Mei 1948.
VERORDENING OP OPSLAGPLAATSEN.
Aan de Raad.
Van gemeentewege wordt, zoals U bekend is, geen
moeite gespaard om het aanzien der gemeente zo goed
mogelijk te maken en te houden. Belangrijke bedragen
worden ter bereiking van dit doel uitgegeven.
Toch hangt het niet uitsluitend af van voorzieningen,
welke het gemeentebestuur treft, of de gemeente er
aantrekkelijk uitziet; ook door de inwoners moet de
nodige steun worden verleend, hetgeen wij consta-
teren dit met voldoening in de regel ook geschiedt.
Wij menen echter dat, indien de nodige medewerking
achterwege blijft, en daardoor het aanzien der gemeente
wordt geschaad, het gemeentebestuur de bevoegdheid
moet bezitten om door krachtig optreden te bereiken
hetgeen noodzakelijk wordt geacht.
Het is dan ook op deze grond, dat wij van oordeel
zijn, dat voorschriften dienen te worden vastgesteld
betreffende het hebben van opslagplaatsen van afbraak,
puin, oude materialen e.d., een en ander voor zover deze
opslagplaatsen van de openbare weg of van een voor
het publiek toegankelijke plaats af zichtbaar zijn.
Aangezien de voorschriften van eenvoudige aard
zijn, behoeven zij o.i. geen nadere toelichting.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Straf-
verordeningen zich met een en ander geheel kan vereni-
gen, bieden wij U bijgevoegd ontwerp-besluit ter vast-
stelling aan.
Heemstede, 19 Mei 1948.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
P. W. van Doorn.
De secretaris,
N. Vos.
