27 Mei 1948
148
ker stelt namens burgemeester en wethouders voor,
deze omschrijving op te nemen na ,,bouwmaterialen
De heer Verspoor vraagt of deze verordening ook
zal gelden voor terreinen bij het Rijk in eigendom.
Naar zijn mening is de grindopslagplaats van het Rijk
aan de Herenweg tegenover de R.K. kerk ook een
ontsiering van de gemeente.
De Voorzitter antwoordt, dat deze opslagplaats ook
onder de bepalingen van deze verordening valt.
De heer Verspoor zegt, dat van deze verordening
ontheffing kan worden gevraagd. Spreker vraagt of,
als het Rijk voor deze opslagplaats ontheffing verzoekt,
het dan de bedoefing is om deze te verlenen.
De Voorzitter zegt, dat ieder geval op zichzelf zal
worden bekeken, ook als het een opslagplaats van het
Rijk betreft.
De heer Beelen zou het op prijs stellen als de ver-
ordening coulant wordt toegepast. Als de terreinen
aan de weg gelegen, worden omheind, waardoor zij
niet meer opvallen, is er z.i. wel aanleiding om ont-
heffing te verlenen. Deze verordening brengt voor de
eigenaren der terreinen ook haar bezwaren mee.
De Voorzitter antwoordt, dat het mogelijk is om
ontheffing te verlenen. Misschien zijn er gevallen, die
daarvoor in aanmerking komen. Nu zijn er echter ge-
vallen, die werkelijk heel erg zijn.
De heer van Lent, wethouder, merkt nog op, dat
de gemeente jaarlijks tienduizenden guldens uitgeeft
aan de plantsoenen, om daardoor de gemeente een
fraal aanzien te geven. Nu gaat het niet aan, dat
particulieren de schoonheid van de gemeente kunnen
bederven. De bedoeling is niet om alle opslagplaatsen
onmogelijk te maken. In de vorige vergadering is op
een bepaald punt de aandacht van burgemeester en
wethouders gevestigd, waartegen tot nu toe niet kon
worden opgetreden. Zo zullen er wel meer punten zijn,
die de gemeente ontsieren en door deze bepaling kan
daartegen in het vervolg wel worden opgetreden.