76
29 Juli 1948.
bestuur, onder goedkeuring van burgemeester en wet-
houders van Heemstede, zulks onder overlegging van
een verslag en een rekening en verantwoording betref-
fende de liquidatie.
Artikel 22.
Overigens zullen bij opheffing der stichting de vol-
gende regels in acht worden genomen.
1. Het bestuur zal, alvorens tot vereffening over te
gaan, alle bezittingen, met de daarop rustende las-
ten en verplichtingen, en alle schulden der stichting
gezamenlijk aanbieden aan de gemeente, waarin de
onroerende goederen der stichting zijn gelegen, en
wel tegen -teruggave van het bijeengebracht, ge-
stort of ter vestiging van de stichting afgezonderd,
kapitaal en uitkering van een billijk bedrag voor
liquidatiekosten, en onder voorwaarde, dat die
eigendommen de bestemming zullen behouden om
te dienen in het belang van de verbetering der
volkshuisvesting.
2. Voor zover enige andere gemeente dan die, waarin
de onroerende goederen zijn gelegen, tot de verkrij-
ging daarvan door voorschot- of bijdrageverlening
medewerkte, zal het bestuur de aanbieding, onder 1
omschreven, doen aan die andere gemeenten.
3. Bij ontstentenis van onroerende goederen zal de
aanbieding, onder 1 omschreven, geschieden aan
de gemeente Heemstede.
4. Indien in het geval, onder 2 bedoeld, de gemeenten
niet tot overeenstemming mochten geraken omtrent
de verdeling van de bezittingen der stichting, zullen
binnen een jaar na de opheffing Gedeputeerde Sta-
ten, behoudens beroep op de Kroon, een regeling
tot verdeling treffen.
Artikel 23.
In geval van opheffing der stichting gevolgd door
niet-aanvaarden van enige aanbieding, als in artikel 22