80
29 Juli 1948.
meer bedragende dan het in ons besluit van 17 Augus-
tus 1947 Staatsblad no. H 303 genoemde grensbedrag;
dat blijkens de overweging, waarop Ons besluit
voornoemd, is gegrond, het verband tussen de belonin-
gen van particuliere werknemers en de bezoldiging van
het Rijkspersoneel bepalend is geweest voor de wijze,
waarop voor laatstgenoemde categorie het verlenen
van gratificaties over het jaar 1947 werd geregeld;
dat dit verband evenzeer en op gelijke wijze in acht
behoort te worden genomen door de lagere publiek-
rechtelijke lichamen bij het treffen van overeenkomstige
voorzieningen;
dat dienovereenkomstig in het algemeen de gemeen-
ten zonder meer de rijksregeling hebben gevolgd;
dat niet kan worden toegelaten, dat ten behoeve van
het personeel van een bepaalde gemeente een in belang-
rijke mate afwijkende regeling wordt getroffen;
dat op deze gronden intrekking van vorengenoemd
raadsbesluit door Ons noodzakelijk wordt geoordeeld".
In artikel 126 der Ambtenarenwet 1929 wordt be-
paald, dat, indien de Kroon aanvulling, wijziging of in-
trekking van gegeven uitvoeringsvoorschriften gewenst
acht, en zodanige aanvulling, wijziging of intrekking
niet tot stand is gebracht binnen een te stellen termijn
van ten minste drie maanden, de Kroon dan bevoegd
is burgemeester en wethouders uit te nodigen het nood-
zakelijk besluit vast te stellen. Blijven burgemeester en
wethouders ook in gebreke, zo geschiedt de vaststel-
ling door de Kroon. Een ingevolge deze bepaling vast-
gesteld besluit wordt geacht van het bevoegde gezag
afkomstig te zijn. De afkondiging geschiedt binnen veer-
tien dagen, nadat het besluit door het bevoegd gezag
is ontvangen.
De tweede overweging van het K.B. van 4 Mei 1948
lijkt ons weinig steekhoudend, nu, voor zover ons be-
kend, de gratificatie, welke de particuliere werkgevers
in 1947 aan hun personeel konden toekennen, niet op
dezelfde wijze is begrensd geweest als het K.B. van 17
Augustus 1947, Stbl. H 303 aangeeft, zodat. wanneer er
tevoren tussen de beloningen van particuliere werkne-
mers en de bezoldiging van het Rijkspersoneel verband
bestond, dit verband juist door deze afwijking verbro-
ken is geworden.