85
29 Juli 1948
a. doordat een trasraam ontbreekt of dit in onvol-
doende toestand verkeert;
b. doordat de muur doorslaat;
moet hierin worden voorzien door het maken van een
trasraam, voldoende aan het bepaalde in art. 110 resp.
door het treffen van voorzieningen tot genoegen van
burgemeester en wethouders.
IJ. In art. 154 wordt „97, eerste en tweede lid 98"
vervangen door: „97 eerste en twee lid, 98
Z. Na art. 200 wordt ingevoegd een nieuw artikel,
luidende:
Het is verboden de lichttoetreding tot naast gelegen
erven of gebouwen aan de straatzijde te belemmeren,
door het hebben van bomen of andere beplantingen of
delen daarvan, die hoger dan 1.25 m opgaan boven het
eigen erf, buiten een hoek van 45° met de eigen voor-
gevel, waarbij het hoekpunt wordt geacht te zijn gele-
gen in het snijpunt van de eigen voorgevellijn met de
erfscheidingen, tenzij deze voorgevellijn achter de voor-
gevelrooilijn ligt, in welk geval deze rooilijn geldt als
voorgevellijn.
IV. Te bepalen dat de besluiten onder II en III in wer-
king treden op de eerste dag van de maand vol-
gende op die, waarin dit besluit is afgekondigd.
Art. 200 a.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van
29 Juli 1948.
De
De voorzitter,
ïi
