72 29 Juli 1948 REGELING TOT HET TOEKENNEN VAN EEN VERGOEDING IN VERPLAATSINGSKOSTEN. Aan de raad. Uw besluit van 26 Februari 1948, No. 21, houdende een regeling tot het toekennen van een vergoeding in verplaatsingskosten, heeft aan het college van Gedepu- teerde Staten enkele opmerkingen ontlokt, in verband met de bepalingen van het Rijksverplaatsingskosten- besluit 1946, terwijl verzocht wordt het desbetreffende besluit daarmede in overeenstemming te brengen. De gevraagde wijzigingen zijn van ondergeschikte aard en wij menen dan ook, dat zonder bezwaar aan het ver- langen van Gedeputeerde Staten kan worden voldaan. In de eerste plaats wordt verzocht de werking van het besluit te beperken tot de arbeidscontractanten, ge- noemd onder b en c in het eerste lid van artikel 12 van het Rijksarbeidsovereenkomstenbesluit, dat zijn diegenen, op welke de loonregeling, geldende van overeenkomstig personeel in ambtelijke dienst, van toe- passing is. De omschrijving van het begrip „ambtenaar" in artikel 1 wordt hiermede in overeenstemming ge- bracht. Voorts zijn, op verzoek van Gedeputeerde Staten, bij de omschrijving van het begrip ,,wedde de vaste en tijdelijke toelagen geschrapt, terwijl tot uitdrukking wordt gebracht, dat toelagen en vergoedingen buiten aanmerking blijven. Het salarisbedrag, genoemd in artikel 6, tweede lid van het besluit, waarvoor een afgerond bedrag was genomen, dient begrensd te worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, letter b, van het Rijksverplaat- singskostenbesluit 1946. Tenslotte dienen in artikel 8 van het besluit de be- perkingen van een te verlenen voorschot, in artikel 8 van het rijksbesluit gesteld, te worden overgenomen. Wij stellen U voor, met inachtneming van boven-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1948 | | pagina 5