240
30 September 1948.
is huiverig voor de eigenbouwers. Hij ziet liever dat de
gemeente bouwt.
De heer Ir. Kooijmans vraagt of de gemeente direct
over de inschrijving op het Grootboek beschikken kan
of dat dit afhangt van het beschikbare bouwvolume.
Voorts is het hem opgevallen, dat Mevr. Snuit de grond
aan de gemeerite verkoopt, terwijl zij haar recht op de
inschrijving op het Grootboek voor de Wederopbouw
behoudt, waardoor zij aan de daaraan verbonden her-
bouwplicht moet voldoen. Spreker vraagt, waarom zij
dan de grond verkoopt.
De heer Mr. van Wijk juicht het opruimen van de
ruïne aan de Javalaan toe. Spreker onderschrijft het-
geen door de heer Mr. Zeelenberg is opgemerkt. De
vrees dat alle bouwrijpe grond door de gemeente wordt
opgekocht, is niet ongemotiveerd. Men moet de ge-
legenheid tot bouwen voor de eigenbouwers niet
uitsluiten, ook niet al zijn er in het verleden fouten
gemaakt door de eigenbouwers. Dat zou verkeerd
en het kind met het badwater weggooien zijn. Als er
plannen door particuliere bouwers worden ingediend,
dan moet er voor gewaakt worden, dat geen fouten
bij de bouw worden gemaakt. Spreker is van mening,
dat de particuliere bouwer beter kan bouwen dan de
gemeente. Spreker nam aan dat door de financierings-
regeling de eigenaren der te kopen percelen toch ook
voordelen genieten, die wel in de prijs zouden zijn ver-
disconteerd.
In antwoord op de vragen van de heer Willemse
zegt de voorzitter dat ihet de bedoeling is, om zo spoe-
dig mogelijk daar tot het bouwen van woningen over
te gaan. Wanneer dit zal zijn kan spreker nog niet zeg-
gen, omdat dit van verschillende factoren afhangt. Door
het overnemen van de herbouwplicht, is het mogelijk,
daar woningen te stichten met een inhoud van 370 M3.
Dit zijn dus grotere woningen (middenstandswoningen)
dan de gewone woningwetwoningen. Als er spoedig
gebouwd kan worden dan zal de ruïne vanzelf verdwij-
nen. Het opruimen van de fundamenten zonder dat er
direct gebouwd wordt, kan alleen gebeuren als dit de
bouwplannen niet duurder maakt.