numWHHMM
244
30 September 1948.
De heer Mr. van Wijk herinnert er aan, dat op de
Heemsteedse Dreef de laatste tijd veel ongelukken ge-
beuren. De automobilisten maken van deze weg een
renbaan. Spreker vraagt of daar iets aan gedaan kan
worden.
Voorts wijst spreker op de te hoge beplantingen in
voortuinen op hoeken van straten. Hij noemt als voor-
beeld hoek BronsteewegP. Aertszlaan, waar onvol-
doende uitzicht is. Spreker vraagt of er een verordening
bestaat waarbij beplanting van voortuinen boven een
bepaalde hoogte is verboden. Indien dit niet het geval is,
zou spreker gaarne zien, dat er een dergelijke verorde-
ning gemaakt werd.
De voorzitter antwoordt, dat er een verordening
bestaat, houdende eisen, waaraan een voortuin moet
voldoen. Als deze niet voorziet in het door de heer Mr.
van Wijk beoogde, dan zal zij gewijzigd dienen te wor-
den. Het laatst plaats gehad hebbende ongeluk op de
Heemsteedse Dreef was geen gevolg van te snel rijden,
maar van een noodlottige samenloop van omstandig-
heden. Spreker zal de politie er op attent maken om het
te snel rijden tegen te gaan. Deze weg is door de ge-
deeltelijke afsluiting van de Heerenweg nu erg druk.
De Heemsteedse Dreef heeft het bezwaar, dat er te
veel straten op uitkomen.
De heer van der Linden merkt op, dat een voor-
zichtig autorijder bij minder ruim uitzicht goed zal uit-
kijken. Maakt men het uitzicht al te gemakkelijk, dan zal
een voorzichtig autorijder onvoorzichtig worden. Z.i.
dient het plantsoen niet te worden opgeofferd aan het
snelverkeer. Ook de burgemeester heeft de stelling ver-
dedigd, dat het voor het verkeer niet te gemakkelijk
gemaakt moet worden, omdat het daardoor gedwongen
wordt voorzichtig te zijn. Spreker is het met deze rede-
nering altijd eens geweest.
De heer Verspoor vraagt de aandacht voor het punt
BlekersvaartwegKoediefslaan, hetwelk een rechte hoek
vormt en geen uitzicht geeft op het verkeer komende
uit de Koediefslaan of Blekersvaartweg. Spreker ziet
daar geen oplossing voor. Het enige zou zijn één richting
•i-