28 October 1948.
261
ter en wethouders menen, dat als belangrijke bedragen
aan subsidie gegeven worden, dan toch ook waarborgen
dienen te bestaan, dat de gelden aan hun doel bean -
woorden.
De heer Verhoeven wijst er nog op, dat als de raad
zich met de gestie van burgemeester en wethouders met
kan verenigen, gebruik kan maken van zijn interpellatie-
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens, met inacht-
neminq van de door burgemeester en wethouders aan-
gebrachte wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VII. VERBOD TOT OPRICHTEN OF
GEBRUIKEN VAN SLACHTERIJEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
104. Verbod tot het oprichten of gebruiken van
slachterijen, vilderijen en penserijen.
De Voorzitter deelt mede, dat de Commissie voor de
strafverordeningen hierover is gehoord.
De heer Mr. van Wijk wijst er op, dat artikel 3 de
mogelijkheid niet uitsluit, dat degene die nu een slagers-
bedrijf uitoefent, een firma aangaat en dan uit de zaak
treedt of dat hij zijn zaak omzet in een N.V. Spreker
zaq dit artikel gaarne duidelijker geredigeerd door het
slot te lezen: ,,zolang de in dit artikel bedoelde gebrui-
kers dat bedrijf voor eigen rekening blijven voortzetten.
De heer de Ronde noemt het een stap terug, nu aan
de slagers weer toegestaan wordt om zelf te slachten.
Burqemeester en wethouders wijzen er in hun voorstei
op. dat zij geen inbreuk willen maken op de bestaande
rechten. Zo redenerende zou men wel kunnen teruggaan
tot de middeleeuwen en wel tot het „jus primae nocüs
In het slachthuis wordt wetenschappelijk en pijnloos
qeslacht, waarom spreker meent, temeer waar in zoveel
jaren hier niet meer geslacht is, dat het thans zaak îs
om de toestand te houden zoals hij de laatste jaren
was.