129 23 December 1948. BEËINDIGÏNG OVEREENKOMST TOELATING LEERLINGEN BUITENGEWOON L.O. Aan de Raad, Krachtens uw besluit van 27 Juni 1940, no. 37, werd met de gemeente Haarlem een overeenkomst gesloten betreffende toelating van kinderen uit onze gemeente op de scholen voor openbaar buitengewoon lager onder- wijs te Haarlem. Voor dat bezoek is een bijdrage verschuldigd van 40% der netto-kosten. Intussen is in de Lager-onderwijswet 1920 bij de wet van 25 Juni 1948 (Stbl. I 254) een nieuwe titel V a opgenomen, waarin is geregeld de verrekening van de kosten van verschillende soorten lager onderwijs tussen de schoolgemeenten en de woongemeenten. Daarin is ook het buitengewoon lager onderwijs be- trokken. De wet veronderstelt wel in artikel 128 quater de mogelijkheid tot handhaving van bestaande over- eenkomsten inzake toelating van leerlingen, doch in dat geval moeten de bijdragen, volgens de overeenkomst verschuldigd, weer in mindering worden gebracht op de krachtens de nieuwe wettelijke bepalingen door de woongemeente aan de schoolgemeente verschuldigde bijdrage. De belangrijke administratieve vereenvoudi- ging, die de nieuwe wettelijke regeling beoogt, komt met die handhaving niet ten volle tot haar recht. Het gemeentebestuur van Haarlem heeft ons mede- gedeeld er daarom de voorkeur aan te geven wanneer de overeenkomst met ingang van 1 Januari 1949, de datum waarop bedoelde nieuwe wettelijke verrekening in werking zal treden, wordt opgeheven. Volgens de overeenkomst behoort opzegging een half jaar te voren te worden gedaan. Dat sluit echter niet uit, dat zij in onderling overleg op kortere termijn kan worden beëindigd. Wij hebben er geen enkel bezwaar tegen wanneer de bedoelde overeenkomst op 1 Januari 1949 ophoudt te gelden, nu het gemeente- bestuur van Haarlem ons tevens heeft medegedeeld, dat die opheffing geen wijziging zal brengen in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1948 | | pagina 1