135
23 December 1948.
VERVANGING VAN DE BOS EN HOVENBRUG
DOOR EEN DAM MET EEN DUIKER.
Aan de Raad,
In 1922 werd bij de aanleg van de Adriaan Pauw-
laan een houten brug gebouwd over de Crayenester-
vaart. Deze brug, welke van geringe breedte werd
gemaakt, was voorbestemd om reeds na betrekkelijk
korte tijd te worden vervangen. In 1941 vertoonde deze
brug reeds zodanige ouderdomsgebreken dat vervan-
ging door een nieuwe permanente brug noodzakelijk
werd geacht. De buitengewone omstandigheden, waarin
wij toen verkeerden, maakten het evenwel onmogelijk
de toentertijd daarvoor ontworpen plannen, n.l. de bouw
van een brug van ruim 25 M breedte, tot uitvoering te
brengen.
De toestand van de brug is echter inmiddels, mede
tengevolge van het steeds toenemende zware verkeer,
zô achteruitgegaan dat haar vervanging met het oog
op de veiligheid van het verkeer niet langer kan worden
uitgesteld.
Wij hebben nu doen nagaan op welke wijze ver-
betering in deze toestand kan worden gebracht.
Het zonder meer vernieuwen van de bestaande brug
dient naar onze mening nauwelijks overweging. Immers,
deze brug is zo smal dat deze voor het verkeer op de
royaal aangelegde Adriaan Pauwlaan, een ernstige
hindernis oplevert, welke niet voor een reeks van jaren
kan worden bestendigd.
Het maken van een brug, met een breedte gelijk aan
die, van de Adriaan Paauwlaan is uiteraard mogelijk.
De daaraan verbonden kosten thans tenminste
f 70.000.bedragende alsmede de materialenschaar-
ste vormen naar onze mening zulke ernstige bezwaren
dat wij de uitvoering van zo'n plan ten sterkste moeten
ontraden.
Wij menen n.l. dat toch een goede toestand kan
worden verkregen wanneer de brug wordt vervangen
door een dam met een duiker, op gelijke wijze als is
geschied in de Lanckhorstlaan.