136
23 December 1948.
AANLEG NIEUWE ZWEMVIJVERS.
Aan de Raad,
Bij onze voorstellen d.d. 28 Februari 1946 no. 5,
voor het uitbreiden van de Algemene Begraafplaats
bebben wij onder Uw aandacht gebracht dat op den
duur de thans aanwezige zwemvijvers niet behouden
kunnen blijven. Deze zienswijze werd door Uw College,
zoals bij de behandeling van ons voorstel bleek, vok
komen gedeeld.
De wetenschap dat de zwemvijvers dus eerst over
enige tijd moeten verdwijnen mag echter geen aanleiding
zijn om niet reeds nu aan dit belangrijke onderdeel van
de gemeentelijke gezondheidszorg de nodige aandacht
te besteden. Integendeel, wij beschouwen het als een
gelukkige omstandigheid dat de vervanging van de
zwemvijvers niet zo dringend is dat reeds onmiddellijk
tot uitvoering behoeft te worden overgegaan, zodat
thans in ruime mate gelegenheid bestaat de oplossing
van dit vraagstuk rustig en wel overwogen voor te
bereiden.
Dat Uw College met deze wijze van voorbereiding
instemt is reeds gebleken uit het besluit van 28 No-
vember 1946 no. 47 waarbij een crediet werd verleend
groot f 3.000.voor het doen van grondboringen op
de terreinen gelegen oostelijk van de Sportparklaan,
welk terreinen, wat de ligging betreft, zeer geschikt
zijn te achten voor de stichting van de nieuwe inrichting.
De boringen, welke hebben plaats gehad, hebben uit-
gewezen dat de terreinen, ook wat de bodemgesteldheid
betreft, geschikt zijn voor de oprichting van nieuwe
zwemvijvers.
Deze uitslag, waardoor dus de plaats voor de stich-
ting vast staat, stelde ons in de gelegenheid te begin-
nen met de voorbereidingen voor het eigenlijke werk,
de inrichting en de indeling van de zwemvijvers.
Bij deze voorbereidingen laten wij ons leiden door de
overweging dat de plannen eerst over enige jaren kun-
nen worden uitgevoerd en dat er dus naar gestreefd
dient te worden dat de zwemvijvers, die een lange reeks
van jaren dienst moeten doen, op het tijdstip van in