12
27 Januari 1949
geving, niet verantwoord vindt. Ook niet verantwoord
tegenover de mensen die in deze omgeving een huis
hebben gesticht in de veronderstelling, dat de wel-
standseis aan hen gesteld, ook tegenover anderen zou
gelden. Reeds is in enkele gevallen daarvan afgeweken,
met gevolg dat er enkele wanproducten in de omge-
ving staan. Spreker vindt de te bouwen huizen afzon-
derlijk appreciabel, maar elk uniform huis hier, hoe
ook gegroepeerd, niet toelaatbaar ten opzichte van het
geheel.
De greep die burgemeester en wethouders dachten te
doen bij eventueel verkoop van deze terreinen, om
spoedig woningen te krijgen, is z.i. niet gelukkig ge-
weest, want nu, een half jaar later, staat er nog geen
steen. Hadden aanvragers, die in dezelfde tijd en ook
al vroeger, hun bouwplannen hebben ingediend, het
bouwvolume toegewezen gekregen, dan waren die hui-
zen al bijna voltooid geweest, indien ze aan reeds aan-
gelegde straten waren gebouwd.
In verband met deze gang van zaken zou spreker
bovendien willen viagen of de bouw van de 12 wonin-
gen al vaststaat. Hij meent te weten, dat pas voor 5 per-
celen bouwvolume is toegestaan. Spreker vraagt of dit
nog van het bouwvolume voor 1948 is. Waar vandaan
moet dan de rest komen. Van 1949? Indien spreker het
goed gelezen heeft, mag Heemstede in dit jaar 21 wo-
ningen bouwen, zodat, als de te bouwen gemeente-
woningen aan de Javalaan hier onder vallen, er niet
veel meer te verdelen overblijft. En als er overblijft,
meent spreker, dat Wederopbouw eist, dat eerst nog
woningen aan de beurt komen van kleiner inhoud dan
de aan het Grotstuk geprojecteerde.
Hiermede meent spreker duidelijk gemaakt te hebben
waarom hij zijn stem niet aan het voorstel kan geven,
het zelfs zou toejuichen indien de raad, gezien de
situatie thans, het gehele plan zou verwerpen.
Tenslotte wijst spreker er nog op, dat 4 woningen
zijn bestemd voor Heemstedenaren. 4 voor niet-inwo-
ners van de gemeente, terwijl er 4 nog geen bestemming
hebben. Spreker hoopt, dat het de bedoeling van bur-
gemeester en wethouder is, bij deze woningen ook de
maatstaf aan te leggen van 1 2, d.w.z. 1 woning ter
beschikking van de bouwer tegen 2 ter beschikking
van de gemeente.