27 Januari 1949
7
groter worden van de omvang der cursussen samen-
werking te zoeken met een huishoudschool, die deze
cursussen wellicht goedkoper en practischer kan orga-
niseren.
De heer Jhr. van de Poll wijst er op, dat het hier een
vereniging betreft, die subsidie van de gemeente ont-
vangt. Voor dergelijke verenigingen is het gewoonte,
bij de subsidieaanvrage een begroting voor het komen-
de en een rekening en verantwoording van het afge-
lopen jaar over te leggen. Spreker vraagt of dit hier ook
gebeurd is. Het komt spreker goed voor op de hoogte
te zijn van de financiën der vereniging, alvorens sub-
sidie te verlenen.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat burgemees-
ter en wethouders de woorden van Mevr. van Nispen
met veel belangstelling hebben aangehoord. De daarin
tot uiting gebrachte hulde, wil spreker overdragen op
de commissie voor huishoudelijke voorlichting.
De gedachte van de heer Mr. van Wijk kan onder
ogen worden gezien, indien blijkt, dat de deelname aan
de cursussen verder gaat dan nu is voorzien. Wat de
heer Mr. van Wijk voor de geest staat is echter iets
anders, omdat dergelijk onderwijs zou vallen onder de
Nijverheidsonderwijswet, terwijl de nu voorgestane
cursussen buiten het onderwijs staan.
Ten aanzien van het gesprokene door de heer Jhr.
van de Poll merkt spreker op, dat alle verenigingen die
subsidie krijgen, een rekening moeten overleggen. Deze
vereniging dus ook. Er is niet voorgesteld om zonder
meer 2000.subsidie te verlenen, doch alleen om
dit bedrag ter beschikking van burgemeester en wet-
houders te stellen, om daaruit ten behoeve van de cur-
sussen subsidie te kunnen verlenen. Theoretisch is het
dus mogelijk, om bij het instellen van één groep f 600.
subsidie te verlenen, bij twee groepen f 1200.enz.
Zo ook zal bij het instellen van 4 groepen het subsidie
verhoogd moeten worden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming vastgesteld.