21 24 Februari 1949. BIJDRAGE WETHOUDERS VOOR HUN PENSIOENS-AANSPRAKEN. Aan de Raad, Bij Uw besluit van 27 Januari j.l. no. 1 werd de ver- ordening regelende de pensionnering van de wethou- ders in dier voege gewijzigd, dat de bijdrage ad A/2 van hun jaarwedde, welke de wethouders ten behoeve van hun pensioensaanspraken betaalden, werd terugge- bracht tot 2%. Bedoelde wijziging zou in werking treden op 1 Januari 1948, terwijl voorts aan ieder der wethouders over het jaar 1947 een overeenkomstige uitkering werd toegekend als ten aanzien van het ge- meentepersoneel werd bepaald bij Uw besluit van 27 Mei 1948, no. 56. Tegen laatstgenoemde bepaling nu maken Gedepu- teerde Staten bij brief van 9 Februari 1949, afd. 3 A. no. 80, bezwaar. Volgens dit college heeft het Konin- klijk Besluit van 11 Mei 1948 Stbl. I 183. waarop Uw besluit van 27 Mei 1948 gegrond is, geen restitutie van te veel verhaalde pensioenbijdragen, doch een wedde- uitkering ten doel. gelijk aan 2/7 van de pensioeri- grondslag. Mitsdien wordt strijd met artikel 100 der gemeentewet geconstateerd, welk artikel de vaststel- îing van de jaarwedden der wethouders tot de taak van Gedeputeerde Staten verklaart. Het college heeft evenwel geen bezwaar tegen een uitkering over 1947 aan de wethouders en meent dat dit toegelaten kan worden wanneer Uw besluit van 27 Januari j.l. inplaats van op 1 Januari 1948 in werking treedt met ingang van 1 Januari 1947. Wij menen, dat er geen bezwaar bestaat om aan de wens van Gedeputeerde Staten tegemoet te komen en stellen U voor dit te doen door vaststelling van nevens- gaand ontwerp-besluit. Heemstede, 23 Februari 1949. Burgemeester en wethouders van Heemstede, E. J. van Lent, l.b. De secretaris, N. Vos.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1949 | | pagina 17