32
24 Februari 1949
Voor de door de heer de Ronde geuite instemming,
is spreker erkentelijk.
De vraag van Mevr. van Nispen of op dit terrein nu
nog de bouw van een gymnastieklokaal mogelijk is,
beantwoordt spreker bevestigend. Daarvoor moet ech-
ter de procedure van een wijziging van het uitbreidings-
plan doorgemaakt worden. Deze zaak kan nu geleide-
lijk afgewerkt worden. omdat toch voor de bouw van
een gymnastieklokaal geen toestemming kan worden
verkregen.
De heer Jhr. van de Poll, aldus spreker, heeft ge-
vraagd of dit terrein een bestemming had. Spreker wil
er dan op wijzen, dat we hier te doen hebben met een
inpandig terrein. Dergelijke terreinen ontstaan, door-
dat de kopers der omliggende percelen, met minder
diepe tuinen genoegen nemen. Zij hebben hiermede dus
afstand gedaan van de mogelijkheid om over een in-
pandig terrein te beschikken. Spreker acht het een
tegenstrijdig iets, dat zij nochtans menen enige zeggen-
schap over dit terrein te kunnen uitoefenen. In 1939
is het terrein, bij wijziging van het uitbreidingsplan,
aangewezen voor onderwijsdoeleinden, in dit geval een
gymnastieklokaal, Deze bestemming staat dus al 10
jaar vast, Bij bebouwing van het terrein met een kleu-
terschool, geschiedt dit dus volkomen in de geest van
het vastgestelde uitbreidingsplan.
Spreker wijst er nog op, dat men niet meer spreekt
van semi-permanent, maar van vereenvoudigd perma-
nent. Het verschil tussen beide begrippen is echter niet
groot. Wij hebben hier te doen met een vrij duurzame
constructie.
Spreker is het volkomen eens met de heer van der
Linden waar hij gezegd heeft, dat hij geen verstoring
van de rust van de omwonenden vreest.
Ten slotte spreekt spreker de hoop uit, dat het voor-
stel van burgemeester en wethouders eenstemmig zal
worden aangenomen.
De heer Zegwaart is door het antwoord van de wet-
houder volkomen bevredigd.
De heer Mr. Zeelenberg is van mening, dat als de
kleuterschool op de plaats van het geprojecteerde gym-
nastieklokaal komt en later nog een gymnastieklokaal
