26
24 Februari 1949
dienen, de bouw van de kleuterschool kunnen ver-
tragen. Om nu alle eventualiteiten te voorkomen, zijn
burgemeester en wethouders van mening, dat het beter
is, de school meer zuidelijk te bouwen, dus op de plaats
waar volgens het uitbreidingsplan het gymnastieklokaal
is geprojecteerd. Zo doende wordt volledig aan elk
bezwaar tegemoet gekomen. Spreker wil er nog op
wijzen, dat de urgentie van het stichten van het school-
gebouw zo groot is, dat door het Departement van
Wederopbouw ên door het Departement van Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen, voorrang voor de
bouw is verleend.
De heer Zegwaart juicht het voorstel van burgemees-
ter en wethouders toe. Spreker zou gaarne nog op de
volgende vragen antwoord willen hebben:
1Hoeveel kinderen nu aan het openbaar kleuter-
onderwijs deelnemen?
2. Of in de naaste toekomst belangrijke uitbreiding
van dit aantal te verwachten is;
3. Hoeveel kinderen in de nieuw te bouwen school
kunnen worden opgenomen?
Deze bouw, aldus spreker, vergt een belangrijk be-
drag, waarom spreker zich heeft afgevraagd of, als dit
een tijdelijke oplossing is, het dan niet beter zal zijn
om deze zaak uitgebreider aan te vatten. Spreker is zich
bewust dat aan zijn suggestie bezwaren verbonden zijn,
maar hij doet deze om een juister beeld over de zaak
te kunnen vormen.
De heer Mr. van Wijk vindt het doel waarvoor het
crediet wordt gevraagd, uitermate sympathiek. Z.i. kan
men moeilijk een betere belegging vinden dan in het
onderwijs. Toch heeft spreker bezwaren tegen het
voorstel. Hij wil zich in de eerste plaats aansluiten bij
het gesprokene door de heer Zegwaart. Als dit voorstel
wordt aangenomen, wordt een semi-permanent gebouw
gesticht. Z.i. is het beter een permanente school te
stichten. Het overgelegde plan heeft op hem de indruk
gemaakt van een loods, waarin 2 leslokalen en 1 speel-
kamer zijn ondergebracht. Spreker vraagt zich af of
we daarmede geholpen zijn. Als deze school binnenkort
weer uitgebreid moet worden, komt hem dit plan niet