24 Februari 1949
27
helemaal verantwoord voor. In de tweede plaats is het
spreker bij een bezoek ter plaatse opgevallen, dat het
terrein waarop de school zal worden gebouwd, alleen
toegankelijk is via de fietsenstalling of door de gang
van de Craijenesterschool. Het kleuteronderwijs vangt
aan en eindigt op andere uren dan die van de Craije-
nesterschool. De kinderen zullen dus met degenen die
hen brengen en halen, langs de leslokalen van de
Craijenesterschool moeten, hetgeen storend op het
onderwijs zal werken. Het komt hem dan ook niet
wenselijk voor de zaak zo op te zetten. Afgezien van
de ingebrachte bezwaren teger. het gekozen terrein,
komt het terrein naast de Dreefschool ook hem beter
voor. Waar dient dit terrein nu voor, vraagt spreker.
Wordt het gebruikt voor gymnastiekonderwijs in de
open lucht, dan zou men het terrein niet kunnen missen.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat dit plan in de
commissie voor het onderwijs uitvoerig is besproken,
waarbij hij zich er mede accoord heeft verklaard. Het
gaat hier niet om een loods, zoals de heer Mr. van
Wijk van mening is, doch om ee'n degelijk gebouw.
Hoewel spreker niet geïmponeerd is door het request,
is hij toch toegankelijk voor de aangevoerde argumen-
ten. Als de omwonenden licht en zon moeten missen en
hun rust gestoord wordt, terwijl de school op een
andere plaats evengoed kan worden gebouwd, dan is
spreker voor een andere plaats. Naast de Dreefschool
ligt een vrij terrein, hetwelk op het Zuiden ligt, terwijl
het bovendien het voordeel heeft van een centrale lig-
ging. Indien de stichting van de school kan geschieden
zonder de inwoners displezier te doen, zoveel te beter,
Het door de wethouder geopperde bezwaar van moge-
liike vertraging, geldt niet voor het terrein naast de
Dreefschool. Spreker is van mening, dat de naar voren
gebrachte oplossing niet weggeworpen dient te worden,
doch te worden bekeken.
De heer Reijnders brengt in herinnering, dat enige
jaren geleden, bij de behandeling van de vraag of tot
stichting van een openbare kleuterschool zou worden
overgegaan, toen de stichting door het college van
burgemeester en wethouders niet urgent werd geacht.
Toen deze wethouder van onderwijs zijn taak begon,