32 31 Maart 1949.
AANKOOP GEDEELTE BUITENPLAATS
„MEER EN BERG".
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 19 Augustus 1948 no. 86 werd
overgegaan tot aankoop van het restant, groot
27 H.A., van de voormalige buitenplaats ,.Meer en
Berg
In ons daartoe strekkend voorstel werd reeds mede-
deling gedaan van de toezegging van gedeputeerde
staten, dat zij bereid waren aan de provinciale staten
voor te stellen voor deze aankoop aan de gemeente een
bijdrage te verlenen van f 100.000.
Het is ons een genoegen U thans te kunnen berich-
ten, dat de Provinciale Staten bij hun besluit van 3
dezer genoemd bedrag beschikbaar hebben gesteld,
onder voorwaarde dat bedoelde aankoop in zijn volle
omvang doorgang zal vinden hetgeen inmiddels is
geschied en dat door het Rijk tenminste met een
bedrag van f 50.000.eveneens in de kosten van deze
aankoop zal worden bijgedragen. Voorts werd de voor-
waarde gesteld, dat dât gedeelte van deze buitenplaats
dat onze gemeente thans in ongeschonden staat wil be~
waren, ook in de toekomst geheel in zodanige staat zal
worden gehandhaafd.
Wij menen, dat er alle aanleiding aanwezig is om
onze grote waardering uit te spreken voor dit besluit
van de Provinciale Staten, waardoor wordt medege-
werkt aan de instandhouding van een aan natuurschoon
zo rijk terrein. Uiteraard zijn wij ook het College van
gedeputeerde staten zeer erkentelijk voor hun voorstel,
dat tot het besluit der provinciale staten heeft geleid.
Ten aanzien van de voorwaarde, welke de provin-
ciale staten hebben gemeend aan hun medewerking te
moeten verbinden, merken wij op, dat tegen aanvaar-
ding daarvan geen enkele bedenking bestaat, aange-
zien het juist de bedoeling is het aangekochte terrein
ook in de toekomst geheel in ongeschonden staat te
handhaven.