12 Mei 1949
145
mening, dat zoveel mogelijk aanbesteding in eigen ge-
meente moet plaatsvinden. Een bepaalde voorkeur voor
openbare of onderhandse aanbesteding is niet aan te
geven.
De heer Reijnders merkt op, dat bij een openbare
aanbesteding rijp en groen inschrijven. Hier betreft het
echter een onderhandse aanbesteding, waarbij de factor
rijp en groen vervalt omdat alleen maar rijp zal ge-
vraagd zijn in te schrijven.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming vastgesteld.
VII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MET
BENNEBROEK, INZAKE ORGANISATIE
GEMEENTELIJKE BEMOEIINGEN
MET SPORT.
Het vöorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
38. Gemeenschappelijke regeling organisatie gemeen-
telijke bemoeiïngen met sport en lichamelijke opvoeding
buiten schoolverband voor Heemstede en Bennebroek.
De heer Ir. Kooijmans wijst er oip, dat in artikel 1
van het ontwerp-besluit wordt gesproken van een ge-
meentelijk ambtenaar voor de lichamelijke opvoeding
en sport, terwijl in artikel 7 wordt gesproken van de
Directeur der sportbedrijven. Spreker vraagt of hier-
van de bedoeling is, dat het mogelijk blijft om naast de
directeur der sportbedrijven een andere ambtenaar te
benoemen.
Voorts vraagt spreker of de directeur der sportbe-
drijven krachtens zijn aanwijzing aanspraak kan maken
op een zekere vergoeding naast zijn salaris als directeur.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
moet toegeven dat de opmerking van de heer Ir. Kooij-
mans door de redactie van het ontwerp-besluit, voor de
hand ligt. Dit vindt zijn oorzaak in het tweeslachtig
karakter van de regeling. Ten eerste regelt zij de ver-
houding met het Rijk en ten tweede de verhouding met
Bennebroek. Nu komt in artikel 1 de verhouding met
het Rijk tot uiting en in artikel 7 de verhouding tot
Bennebroek.