^■1
46
W3T m, \Vmkk
iiiïim* äm
16 Juni 1949.
3e WIJZIGING
VERORDENING GEORGANISEERD OVERLEG.
Aan de Raad.
Bij Uw besluit van 30 September 1948, no. 96 heeft
U ons gemachtigd de gemeente met ingang van 1 Jan.
1949 te doen toetreden tot de gemeenschappelijke rege-
ling van gemeenten, betreffende de behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden.
Het Centraal Bureau inzake de gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegen-
heden vestigt er thans, bij circulaire van 22 Maart j.l.
de aandacht op, dat in overeenstemming met de ziens-
wijze van de bij het centraal overleg betrokken organi-
saties de regel geldt, dat onderwerpen waaromtrent in
het centraal overleg overeenstemming is bereikt, niet
meer behandeld worden met de plaatselijke afdelingen
van de organisaties, zodat mitsdien voorzieningen, die
na dit overleg door het Centraal Orgaan worden vast-
gesteld aan de gemeenten ter vaststelling worden
aanbevolen, dienovereenkomstig ook inderdaad plaat-
selijk vastgesteld kunnen worden zonder dat daaraan
nog behandeling in de plaatselijke overleg-instantie
moet voorafgaan.
De redactie van de verordening regelende het ge-
organiseerd overleg is op deze toestand echter nog niet
ingesteld, zodat feitelijk ook over de in de vorige alinea
bedoelde aangelegenheden nog plaatselijk overleg nodig
zou zijn. Wij achten dit echter, met het Centraal
Bureau, niet nodig. Om dit plaatselijk overleg in be-
doelde gevallen te voorkomen dient de eerste alinea
van artikel 1 van genoemde verordening aangevuld te
worden met de woorden: ,,voor zover daarin niet wordt
voorzien door het Centraal Overleg ingevolge de ge-
meenschappelijke regeling betreffende de behandeling
van gemeentelijke personeelsaangelegenheden.
Wij menen dat van deze gelegenheid tot wijziging
van deze verordening gebruik gemaakt dient te worden
haar in ander opzicht aan te passen aan de praktijk. Het
komt nl. nogal eens voor dat besluiten van minder
WtËÊmÊÊm