47
29 Juni 1949.
kortere tijd toestaat, moet de woning binnen de door
burgemeester en wethouders te stellen termijn worden
ontruimd. Alsdan wordt aan het gezin over de ont-
brekende termijn een vergoeding toegekend.
4. Voor de dienst bestemde gedeelten der woning
moeten voor de dienst beschikbaar blijven.
Artikel 28.
1. Geniet de ambtenaar krachtens wettelijk voor-
geschreven of onverplicht door de gemeente gesloten
verzekering een geldelijke uitkering ter zake van een
ongeval, hem in verband met de uitoefening van zijn
ambt in dienst der gemeente overkomen, dan zal op
zijn bezoldiging deswege inhouding plaats vinden, echter
ten hoogste tot het bedrag van de uitkering.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in
bijzondere gevallen van deze regel af te wijken.
Artikel 29.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden op 1 Januari 1948, met uitzondering van arti-
kel 16, hetwelk geacht wordt in werking te zijn getreden
op 1 Januari 1946, terwijl de nieuwe bezoldiging voor
de concierge van het gezondheidshuis geacht wordt in
werking te zijn getreden op 19 April 1948.
OVERGANGSBEPALING.
Artikel 30.
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2, 3,
4 en 5 ontvangt:
a. Ir. W. J. A. Duynstee, directeur der gemeente gas-
duinwater- en electriciteitsbedrijven, een vaste jaar-
wedde van 8385.benevens het genot van vrij
wonen, vuur, licht en water.
b. P. Westra, controleur der gemeentefinanciën, een
vaste jaarwedde van f 6720.benevens een vaste
vergoeding van 150.per jaar als waarnemend
secretaris.