76 29 September 1949.
CLASSIFICATIE PERSONELE BELASTING.
Aan de Raad,
Volgens de nog steeds bestaande verordening van 21
Augustus 1930, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van
19 December 1930, no. 63, is onze gemeente voor de
Personele Belasting gerangschikt in de 3e klasse.
Bij de Wet van 4 Maart 1935, S. 76, houdende voor-
zieningen inzake gemeentelijke kosten van werkloos-
heidzorg. werd, voor een gelijkmatige classificatie voor
de Personele Belasting, aan de Kroon het recht ge-
geven om voor één of meer jaren een gemeente in een
andere klasse dan die genoemd in een koninklijk goed-
qekeurde verordening te rarigschikken. Als uitvloeisel
daarvan werd bij Koninklijk Besluit van 29 Maart 1935,
no. 86, onze gemeente door de Kroon gerangschikt in
de 4e klasse, waarschijnlijk omdat de gemeente Haar-
lem om financiële redenen zich in 1932 vrijwillig in de
4e klasse had geplaatst waarop door Haarlem in 1936
is teruggekomen. Bij latere wetgeving werd Heemstede
op grond van een soortgelijke machtiging steeds in de
4e klasse gehouden. De bestaande plaatselijke verorde-
ning, in de aanhef vermeld, werd echter nimmer ge-
Krachtens de Wet van 15 Juli 1948 (Staatsblad 307)
tot het treffen van een noodvoorziening voor de ge-
meentefinanciën (artikel V, laatste lid) is thans aan de
Ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken de
bevoegdheid gegeven, Gedeputeerde Staten gehoord,
een gemeente voor één of meer belastingjaren in te
delen in een andere klasse, dan die, waarin zij volgens
,een goedgekeurde verordening is gerangschikt, indien
zulks ter bevordering van een gelijkmatige classificatie
noodzakelijk is.
Wij hadden waar ons op generlei wijze bekend îs
geworden dat voornoemde Ministers gebruik hebben
gemaakt van deze bevoegdheid verwacht, dat voor
het belastingjaar 1949/'50 onze bovenvermelde ver-
ordening zou zijn herleefd.
Uit de aanslagregeling kan echter worden afgeleid.
dat genoemde bewindslieden van het hun toegekend