67
29 September 1949
rekend over het tijdvak, aanvangende op de datum van
uitbetaling en lopende tot laatstgenoemde vervaldag.
Bij de berekening van de rente zal elke maand op
dertig dagen en elk jaar op driehonderd zestig dagen
worden gesteld.
Artikel 2.
Het bedrag der lening zal worden afgelost in 50
jaarlijkse termijnen, respectievelijk bedragende in de
jaren:
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op
15 November van elk jaar.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra aflossing der lening
1950
2.140.
1976
/4.920,—
1951
2.210.—
1977
5.070,—
1952
2.280,—
1978
5.240,—
1953
2.360.—
1979
5.410,—
1954
2.430.—
1980
5.590,—
1955
2.510,—
1981
5.770.—
1956
2.590.—
1982
5.950.—
1957
2.680.—
1983
6.150,—
1958
2.760.—
1984
6.350,—
1959
2.850.—
1985
6.550,—
1960
2.950,—
1986
6.770,—
1961
„3.040.—
1987
6.990,—
1962
3.140,—
1988
7.210,—
1963
3.240.—
1989
7.450,—
1964
3.350,—
1990
7.690,—
1965
3.460,—
1991
7.940,—
1966
3.570,—
1992
8.200,—
1967
3.690.—
1993
8.470.—
1968
„3.810.—
1994
8.740,—
1969
3.930,—
1995
9.020,—
1970
4.060,—
1996
9.320,—
1971
4.190,—
1997
9.620.—
1972
4.320,—
1998
9.930,—
1973
4.470,—
1999
„10.250,—
1974
4.610,—
1975
4.760.—