29 September 1949
230
bare normen moeten gesteld worden, In overheidsdienst
iieeft spreker een dergelijk geluid nog niet gehoord. Men
moet goed verstaan, dat spreker hier geen pleidooi
houdt voor het geven van vacatiegeld. De heer Mr, van
Wijk heeft wel naar voren gebracht. dat hij het ogen-
blik tot verhoging van het vacatiegeld ongeschikt acht,
doch hij heeft de principiële vraag of presentiegeld moet
worden gegeven en zo ja of de verhoging redelijk is,
niet aangeraakt. Naar sprekers mening moet het pre-
sentieqeld ook gezien worden als vergoeding voor ver-
zuim bij de werkgever. Persoonlijk interesseert spreker
het presentiegeld niet. Met het door de heer Mr. van
Wijk gestelde kan spreker zich niet verenigen.
De heer Zegwaart zegt, het, ondanks de uiteenzet-
ting van de heer Kamerbeek, eens te zijn met de heer
Mr. van Wijk. Ook spreker acht het moment om de
presentiegelden nu te verhogen, psychologisch onjuist
gekozen. Heel Nederland is namelijk in afwachting wat
tengevolge van de devaluatie van de gulden zal gebeu-
ren. Spreker gelooft dat het verstandig is deze kwestie
bij de begroting te behandelen. Ook dan kan met in-
gang van 1 Januari 1950 het presentiegeld verhoogd
worden eventueel met terugwerkende kracht tot die
datum. Alsdan zal men beter kunnen overzien wat in
het maatschappelijke leven staat te gebeuren,
De Voorzitter vraagt of de heer Zegwaart hier een
voorstel van maakt.
De heer Zegwaart antwoordt, dat dit een suggestie
van hem is.
De heer Verhoeven is het niet eens met de redenering
van de heren Mr. van Wijk en Zegwaart, Ook z.i. doet
het moment van invoering van verhoging van het pre-
sentiegeld niet terzake. Het geven van vacatiegeld is
niet ingevoerd omdat de raadsleden dat nodig hebben,
maar om daardoor te verkrijgen dat mensen die door
het bijwonen van de vergaderingen geldelijk nadeel
hebben, het waarnemen van het raadslidmaatschap niet
onmogelijk wordt gemaakt. Dit is een middel om gelde-
lijke schade te ondervangen. De geldende vergoeding is
aan de lage kant en kan tot het brengen van offers
leiden, waarom spreker zich met het voorstel van bur-