29 September 1949
234
omdat de vergoeding te weinig is. Voor spreker blijft
daarom het moment van invoering beslissend.
De heer Reijnders zegt, dat de heer Mr. van Wijk
meent, dat het niet waar is wat spreker bedoelde met
zijn opmerking aan het adres van de protestants chris-
telijke groep. Spreker herinnert er dan aan, dat bij de
gemeenteraadsverkiezingen een vlugschrift onder de
kiezers is verspreid, waarin hen werd wijs gemaakt,
dat als men niet op de christelijke groep stemde, men
weinip christelijk was. Door de heer Mr. Pliester zijn
naar sprekers mening verstandige woorden gesproken.
Het was sprekers bedoeling niet om de stok in het chris-
telijke kippenhok te gooien. Zo is 't niet. De Prot. Chris-
telijke groep bestaat uit 2 vertegenwoordigers van de
C.H.U. en twee A.R, Als spreker daar een naam voor
zou moeten bedenken dan kwam hij tot Chuar, maar dat
doet hem zo denken aan een voorwereldlijk dier.
Tot de zaak terugkerende wijst spreker er op, dat er
van verschillende zijden is gesproken over, het psycho-
logisch minder juiste moment. Spreker is daarom blij,
dat door de voorzitter is medegedeeld, dat dit voorstel
van burgemeester en wethouders een gevolg is van een
suggestie van gedeputeerde staten. Reeds eerder wer-
den de presentiegelden voor raads- en commissieverga-
deringen besproken, waarbij de raad zich op aandrang
van gedeputeerde staten accoord verklaarde met een
vergoeding van f 6.voor een raadsvergadering en
van de helft voor een commissievergadering. Spreker
gelooft wel, dat gedeputeerde staten zullen weten wat
een psychologisch juist moment is. Ook is er over
devaluatie gesproken, waar dan wat tegenover moet
staan. Spreker wil naar aanleiding daarvan de heer
Zegwaart vragen of hij wel eens gehoord heeft dat er
gesproken wordt van een derde loonronde. Spreker ver-
zoekt de voorzitter het voorstel van burgemeester en
wethouders in stemming te brengen.
De heer Kamerbeek zegt, dat hij in zijn antwoord
aan de heer Mr. van Wijk in gebreke is gebleven om
aan te tonen, dat de bestaande normen voor het pre-
sentiegeld te laag zijn. Spreker wil daarvoor verwijzen
naar het voorstel van burgemeester en wethouders
waarin staat: „Wij juichen deze veranderingen toe, om-