29 September 1949
236
wacht, dat deze kosten. niet veel duurder zullen worden.
Aan d'e hand van deze verwachtingen lijkt het spreker
niet juist te zeggen, dat wij voor een derde loonronde
staan.
De heer Zegwaart veronderstelt, dat van hem wel
aangenomen zal worden, dat hij behoort tot degenen
die menen dat het faadslidmaatschap voor iedereen be-
reikbaar moet zijn. Toch vindt spreker voor zich zelf
het gekozen moment om de presentiegelden te verhogen,
psychologisch onjuist. Inzake het gesprokene over een
op handen zijnde derde loonronde merkt spreker op, dat
het helemaal niet bekend is wat er staat te gebeuren.
Daarom wil spreker juist voorkomen dat er gezegd zal
worden, dat de raadsleden hun eigen positie veilig heb-
ben gesteld.
De heer Kamerbeek: ,,Veilig stellen met een paar
gulden".
De heer Zegwaart wijst er nog op, dat de verwijzing
naar de suggestie van gedeputeerde staten z.i. niet op-
gaat. De raad moet deze materie zelf beslissen. Reeds
meermalen hebben gedupeerde staten gepoogd op de
stoel van de raad te gaan zittten. Men moet zich in dit
geval niet achter gedeputeerde staten verschuilen. Spre-
ker meent, dat men verstandig zal doen om een beslis-
sing voorlopig aan te houden.
De heer Kamerbeek verzoekt de voorzitter aan de
heer Zegwaart te vragen of deze zo goed wil zijn het
door hem gesprokene over ,,hun eigen positie veilig stel-
len" terug te nemen. Deze uitlating doet spreker name-
lijk onprettig aan.
De heer Zegwaart is, als de heer Kamerbeek meent
dat hij hem daar een geweldig plezier mee doet, daartoe
dan bereid.
Vervolgens brengt de Voorzitter het voorstel van
de heer Mr. Zeelenberg, om de beslissing over het voor-
stel van burgemeester en wethouders aan te houden
tot de behandeling van de gemeente-begroting, in stem-
ming.
Dit voorstel wordt aangenomen met 107 stemmen.
Vôör het voorstel stemden Mevr. van Nispen-van