29 September 1949
244
De heer Disselkoen, wethouder, verzekert, dat de
Heemsteedse kinderen inderdaad een gunstige uitzon-
dering vormen.
Mevr. van Nispen-van Wely vraagt wat er terecht
is gekomen van een indertijd door haar gedane suggestie
om de leerkrachten attent te maken op een door de
heren Polman en Tiggers georganiseerde cursus ter ver-
betering van de kennis van de vaderlandse liederen.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat voor
zover hem bekend geen der leerkrachten deze cursus
heeft gevolgd.
De heer Ir. Kooijmans heeft een klacht van Heem-
steedse winkeliers vernomen. Voorheen was het de ge-
woonte dat de winkeliers werden ingeschakeld bij de
aanschaffing van materiaal voor de gemeentebedrijven.
Nu schijnt rechtstreeks bij de groothandel gekocht te
worden. Spreker geeft deze klacht aan burgemeester en
wethouders door.
De Voorzitter is van een dergelijke handelwijze niets
bekend. Het is steeds het streven geweest om bij de
ingezetenen te kopen. Indien de heer Ir. Kooijmans een
bepaald geval bekend is, dan zal spreker daar gaarne
over worden ingelicht.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat een opmerking door-
gaans een opmerking uitlokt. Naar aanleiding van het
•gesprokene door de heer van Houten wijst spreker er
op, dat als men zitting neemt in een politiek lichaam,
men dan vanzelf tegenstellingen hoort. Naar sprekers
mening worden de belangen van de gemeente daarbij
niet uit het oog verloren. Tussen een politieke uiteen-
zetting en gemeentebelangen behoeft in 't geheel geen
verschil te bestaan. Ook hij is van mening dat enige
beperking wel noodzakelijk is, maar men moet de
tegenstellingen niet zo scherp zien als de heer van
Houten zulks doet.
De heer Reijnders is het hiermede eens.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris,
De voorzitte