29 September 1949
226
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de
strafverordeningen zich hiermed?, blijkens haar advies,
kan verenigen.
De heer Mr. Zeelenberg wil naar aanleiding van dit
voorstel een andere zaak naar voren brengen. Spreker
juicht het toe, dat burgemeester en wethouders met dit
voorstel zijn gekomen, omdat het een stap op de goede
weg is. Spreker zou echter nog verder willen gaan,
door ook een onderwerp te regelen dat er aan verwant
is. Er bestaat n.l. een wet waarin is opgenomen, wat
loodgieters bij werkzaamheden aan en in gebouwen al
of niet mogen doen. Maar er zijn ook anderen die bij
hun werkzaamheden vuur gebruiken, n.l. schilders bij
het afbranden van verf. Door onachtzaamheid bij dit
werk zijn de laatste jaren meermalen grote branden ver-
oorzaakt. In de gemeente Haarlem is ook dit onder-
werp geregeld. Afbranders mogen daar niet boven
manshoogte gebruikt worden tenzij met toestemming
van burgemeester en wethouders. Het toezicht hierop
wordt in samenwerking met de brandweer gehouden en
de vergunningen worden slechts onder voorwaarden
gegeven. Voor houten huizen worden zij niet verstrekt,
voor cultureel-historische gebouwen wordt als eis ge-
s^teld, dat een brandwacht bij het werk tegenwoordig
is. Hiermede wordt bereikt, dat het afbranden van verf
met meer zorg wordt gedaan. Spreker geeft burgemees-
ter en wethouders in overweging na te gaan of een-
zelfde verordening als die van Haarlem ook voor Heem-
stede dient te worden vastgesteld.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
geeft de verzekering de suggestie van de heer Mr. Zee-
lenberg gaarne te zullen onderzoeken. Nu kunnen bur-
gemeester en wethouders hun standpunt nog niet be-
palen. Zij zullen echter niet nalaten aan deze zaak ern-
stig aandacht te wijden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoof-
delijke stemming vastgesteld.
VI. UITBREIDING HERTENHUIS IN
GROENENDAAL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.