105 29 December 1949. PRESENTIEGELDEN VOOR BIJWONEN RAADSVERGADERINGEN EN VER- GADERINGEN VAN COMMISSIËN UIT DE RAAD. Aan de Raad, Bij besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 18 Februari 1948 no.« 131 werd met ingang van 1 Januari 1948 het bedrag der vergoeding voor de leden van de Raad dezer gemeente voor het bijwonen van: a. de raadsvergaderingen vastgesteld op f 6.per lid voor elke bijgewoonde vergadering; b. de vergaderingen van de afdelingen van de raad en van de raadscommissiën vastgesteld op 3. per lid voor elke bijgewoonde vergadering. De vaststelling van deze bedragen geschiedde aan de hand van de normen, welke Gedeputeerde Staten zich daarvoor hadden gesteld. Genoemd College heeft bij circulaire van 24 Augus- tus j.l. afd. 3 A no. 30 bericht, dat de vastgesteîde normen zijn verhoogd en dat vervallen is de bepaling, dat de vergoeding voor leden van raadscommissiën in het algemeen niet hoger zou mogen zijn dan de helft van die voor het bijwonen van de vergaderingen van de Raad, Van een en ander stelden wij U reeds in kennis in de vergadering van 29 September j.l. De besprekingen, welke naar aanleiding daarvan zijn gevoerd, hebben ons aanleiding gegeven deze aangelegenheid nader in behandeling te nemen. Wij zijn, zoals wij U reeds eerder mededeelden, van mening dat de van kracht zijnde regeling onvoldoende moet worden geacht. Immers een nauwgezette vervulling van het raadslidmaatschap vordert naast een zich voort- durend op de hoogte stellen van gemeentelijke aange- legenheden in het algemeen, een goede voorbereiding voor de behandeling van hetgeen in de Raad ter tafel wordt gebracht. Dit alles eist veel tijd en brengt ook kosten met zich voor aanschaffing van lectuur en dergelijke. - jmjiu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1949 | | pagina 27