99
29 December 1949.
deze afdeling nog weinig bekendheid werd gegeven.
Het testen geschiedt eerst schriftelijk en wel gezamen-
lijk, terwijl het mondeling testen individueel plaats
heeft. Vaak wordt daarna nog met de ouders van be~
trokkene uitvoerig overleg gepleegd over keuze van
school of beroep of over eventuële omscholing.
Doen zich zeer moeilijke gevallen voor, dan wordt
een psycholoog in Amsterdam ingeschakeld en daarover
diens advies gevraagd. fîen voordeel, verbonden aan de
beoordeling van de beroepskeuze door het G.A.B. is,
dat dit bureau de beschikking heeft over de juiste ge-
gevens omtrent de arbeidsmarkt, zodat het kiezen van
een beroep waarvan de arbeidsmarkt verzadigd is, kan
worden ontraden, waarna men eventueel kan komen tot
een advies inzake omscholing.
Het kostenvraagstuk is een belangrijk punt. Een goed
ingericht gemeentelijk bureau, en dat zou in elk geval
nodig zijn, zou uiteraard aanzienlijke kosten medebren-
gen zodat een deel daarvan zeker op de belanghebben-
den verhaald zou dienen te worden, met vrijstelling van
betaling beneden een zekere inkomensgrens.
Dit punt kan echter buiten het geding blijven, omdat
de adviezen door het G.A.B. voor de belanghebbenden
geheef kosteloos worden verstrekt, zelfs wanneer in de
uitzonderingsgevallen een psycholoog in Amsterdam in-
geschakeld moet worden. De ouders hebben dan alleen
de reiskosten te betalen.
Waar in onze onmiddellijke omgeving dus zonder kos-
ten beschikt kan worden over de afdeling beroepskeuze
van het G.A.B. te Haarlem en men aldaar niet alleen
advies kan verkrijgen over beroepskeuze doch ook over
schoolkeuze, als aanvulling van het oordeel en het ad-
vies. van het hoofd der school, zijn wij van mening dat
er in dit opzicht voor onze gemeente thans geen taak
aanwezig is.
Het Rijksarbeidsbureau heeft, uiteraard met instem-
ming van het betrokken Ministerie, dit werkterrein tot
zich getrokken. Ondanks de weinige propaganda die
hiervoor is en nog wordt gemaakt, blijkt de belangstel-
ling behoorlijk toe te nemen, zodat verwacht mag wor-
den dat men van Rijkswege die maatregelen treft, die
nodig zijn om ook bij verdere toename van aanvragen,