296
29 December 1949.
enkele kinderen bij een inkomen van f 40.per week,
in staat zou zijn om één cent aan dergelijke uitgaven te
besteden.
Zo ook is spreker van oordeel, dat een gezin met
enkele kinderen, bij een inkomen van 2000.— tot
3750.op andere wijze al zwaar genoeg is belast.
et door hem voorgestelde bedrag acht spreker daarom
voldoende.
Do°r deze bedragen aan te houden zal in meerdere
gevailen voorkomen kunnen worden, dat de gemeente
v°or nog grotere uitgaven wordt geplaatst.
Dezelfde motieven gelden z.i. ook nog voor de 4e
klasse.
Voor gezinnen van de 3e klasse, met een inkomen
JaAn 5000.tot f 7500.heeft spreker het tarief
0.10 hoger gedacht. Hoewel in deze gezinnen veelal
studerende kinderen voorkomen, acht hij ze toch beter
in staat om iets meer te betalen dan de gezinnen met
een lager inkomen.
Indien burgemeester en wethouders het beter achten
cm progressie in het tarief toe te passen, te beginnen
bij het 3e kind, dan kan spreker zich daarmede ver-
enigen.
Met een progressie vanaf het le kind kan spreker ook
accoord gaan.
Spreker stelt verder voor, voor 6 behandelingen in
klasse 1 en 2 10 reductie te geven; in de 3e klasse
15 en in de 4e, 5e en 6e klasse 20
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat de peroratie van
de neer Kamerbeek zijn instemming niet heeft. Z.i. moet
men de progressie niet nog verder opvoeren. De pro-
gressie in de belastingen in ruime zin gezien, heeft de
uiterste grens reeds overschreden. Hiermede nog verder
te gaan lijkt hem verkeerd. Hoewel spreker alle door
de heer Kamerbeek genoemde cijfers niet in zijn hoofd
heett, komt het hem toch voor, dat er bepaalde fouten
in de gedachtengang van de heer Kamerbeek voor-
komen. Spreker wil er dan op wijzen, dat blijkens een
publicatie van het Centraal Werkgeversverbond een
in^o^nn Va,n J 14-000— van thans, dat vroeger
j 10.000. bedroeg, alleen door de belasting al lager
is dan het inkomen van f 10.000.vroeger. A1 gaat
het hier maar om kleine bedragen, toch gaat het naar