302 29 December 1949.
palmg kunnen vinden waarbij voldoende waarborqen
zijn gesteld, dat er altijd voldoende personeel aanweziq
zal zijn. Nu heeft men op dit gebied natuurlijk wel er-
varing, maar het lijkt hem beter altijd zeker te zijn
waarom net hem niet ondienstig voorkomt dat hiervoor
alsnog een bepaling wordt gemaakt.
De heer Mr. Pliester vraagt bij artikel 16, 7e lid
noeveel maal en hoelang dit voorkomt
Bij artikel 16, 4e lid, merkt spreker op, dat hij het
met nodig vindt dat de redactie van dit lid wordt qe-
wijzigd, maar hij acht haar voor tweeërlei uitleq vat-
baar, waarom hij zijn bezwaar gaarne in de notulen zag
vastgelegd. Spreker wijst er dan op, dat Kerstdaqen en
ook andere genoemde dagen. op Zondag kunnen vallen.
Voor Zondagsdienst wordt het uurloon verdubbeld
Spreker vreesh dat in het door hem genoemde geval
een 3 of 4 dubbele betaling kan worden gevraagd. In
SfTef anfs spre,ker een voorval aan uit de tweede
i i j er 18e,eeuw, hij meent 1771 of 1773 toen de
kalender werd veranderd, waardoor 13 dagen werden
overges agen en men van 18 December op 1 Januari
kwam. In Holland en Zeeland werd toen een pditieke
partij opgericht, die als doel had om voor deze 13 dagen
loon betaald te krijgen. Deze gedachte heeft toen dus-
damge aanhang gevonden, dat verschillende afqevaar-
digden van die partij m de Staten van Holland en Zee-
z 9 konden nemen. Daaruit blijkt z.i wel dat
men met voorzichtig genoeg kan zijn.
VPrl°°rqS h,eeft spreker bezwaar tegen de bij artikel 21
erleende terugwerkende kracht tot 1 Januari 1949
der? fC j8t ,ammer' dat burgemeester en wethou-
H "let, eerder met deze verordening zijn gekomen
bezwaar teru9werkende kraekt p'ncipied
Ten slotte zegt spreker, dat men bij het lezen van
verordenmgen de gedachte krijgt dat niets mag, maar
slJccn wat wij gfocdvindcn.
De heer Ir. Kooijmans vindt, dat de qestelde eisen
onder artikel 7, g, nogal verward door elkaar staan
halen LY889! H is de"
iialen, zoals gedaan is bij artikel 9.