29 December 1949.
313
nen burgerzin. De burgerzin was het plechtanker waar-
door wij de zware bezettingsjaren zijn doorgekomen.
Als het middel waardeloos blijkt, dan kan daarmee
altijd opgehouden worden. maar het is zeker niet zo, dat
het niet eerst moet worden geprobeerd.
Ook Mevr. van Nispen is het niet eens met het be-
toog van de heer Mr. Pliester. De belangstelling voor de
algemene zaak moet gewekt worden. Spreekster vertclt
uit de praktijk, hoe bijzonder door de gedemobiliseerde
soldaten uit Indonesië de betoonde belangstelling wordt
gewaardeerd. Spreekster hecht er grote waarde aan,
dat de betrokkenen het boekje op hun verjaardag krij-
gen toegezonden, waarbij zij als het ware persoonlijk
worden aangesproken. Na jaren kan dit nog zijn vruch-
ten afwerpen.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat het niemand kwahjk
genomen kan worden, dat hij een tegengestelde mening
verdedigt.
Spreker neemt graag op gezag van de wethouder aan,
dat de in het uit te geven boekje te geven voorlichting
beter zal zijn dan de tot nu toe door de regering ge-
geven voorlichting.
Spreker maakt bezwaar tegen een voorstelling van
zaken om een tegenstander van het geven van geschen-
ken van overheidswege, ongevoeligheid of formalisme
te verwijten. Men moet z.i. bij dit onderwerp onder-
scheid maken tussen staat en maatschappij. Sprekers
geestverwanten menen uit de historische ontwikkelirtg
te moeten opmaken, dat de maatschappij gaat nalaten
wat de staat gaat doen. Het is n.l. onze vrees, dat maat-
schappelijke verdorring ontstaat indien te veel aan de
staat wordt opgedragen of overgelaten. Ook bestaat
groot gevaar voor het aankweken van de mentaliteit om
alles na te laten omdat de overheid het wel zal doen.
Men moet de in de maatschappij levende krachten niet
onderdrukken. De argumenten van de wethouder zijn
volgens spreker gevoelsargumenten.
Spreker kan begrijpen dat men ingezetenen, die men
jarenlang met belastingaanslagen en dwangbevelen
heeft verrast, op zo'n dag ook eens verrassen wil met
een cadeautje. Spreker vraagt zich echter af of dit wel
de taak van de overheid is.