14 Februari 1950.
39
schijnen van dit rappo>~t hem wel aan het denken gezet.
Spreker vraagt zich af of het niet wenselijk is, dat door
de raad, in klein verband, dit plan informeel wordt
bekeken. Dit rapport kan naar sprekers mening vêr-
strekkende gevolgen hebben en daarom lijkt het hem
noodzakelijk om goed beslagen ten ijs te komen. Het
is niet sprekers bedoeling, dat daarvoor een nieuwe
commissie uit de raad wordt gevormd, maar dat de raad
in klein verband van de inhoud van het rapport goed
kennis neemt, waardoor de raad zich tegen nadelige
gevolgen kan wapenen.
Op één post van de begroting zal spreker aanmer-
king moeten maken, een post waarover hij bij de behan-
deling van de vorige begroting reeds sprak, n.l. de
zubsidie aan de in deze gemeente werkende verple-
gingsvereniging. Toen heeft spreker zich wat te opti-
mistisch uitgelaten door te poneren, dat een wijziging
van de ziekenfondsregeling spoedig haar beslag zou
krijgen. De heren, die deze mening toen bestreden,
hebben gelijk gekregen, omdat er nu, 1 jaar later, nog
geen wijziging is afgekomen, Deze verplegingsvereni-
gingen zijn naar sprekers mening zeer zeker nuttig en
hij zou ze niet gaarne missen, maar zij zijn naar zijn
opvatting verkeerd opgezet. Van deze verenigingen zijn
n.l. personen lid, die best voor zich zelf kunnen zorgen.
Verleden jaar heeft spreker verzocht een opgave over
te leggen van een groepering naar inkomen van de
leden, maar hij heeft die nooit gekregen. Spreker staat
niet op het standpunt, dat beter gesitueerden geen lid
van deze fondsen zouden mogen zijn, maar hij vindt het
onjuist, dat deze groep, zoals nu het geval is, door be-
taling van een te lage premie verzekerd is, terwijl de
gemeente het ontbrekende in de vorm van een subsidie
per lid bijbetaalt. Als îemand in staat is om voor zich
zelf te zorgen, dan is spreker van mening, dat zo iemand
dat dan ook moet doen, Het is z.i. een foute politiek
van de overheid om in dergelijke gevallen te subsi-
diëren. Spreker is een groot bewonderaar van Prof.
Röpke, die econoom te Genêve is. Deze professor zegt,
dat het niet gaat om socialisme of particularisme, maar
dat er een middenweg is. Sprekers fractie probeert dan
ook een modus te vinden die er van uitgaat, dat ieder
voor zich zelf moet zorgen voor zover dat mogelijk is.
Spreker ziet in deze kwestie een verkeerd gegeven sub-