14 Februari 1950.
41
staande burgemeestersvacature, niemand heeft kunnen
voorzien, dat twee dagen later de lang verhoopte be-
noeming zou zijn geschied. Aan de wachtperiode van
212 dagen, ruim tweemaal zo lang als de bekende hon-
derd dagen, die verliepen tussen Napoleons vertrek uit
Elba en zijn definitieve afstand van de troon in 1815,
is een einde gekomen. Moge het resultaat van een zö
uitzonderlijk lange voorbereiding gunstig blijken te zijn
voor de gemeente. Van harte wil ook sprekers fractie
de nieuwe burgemeester een welkom toeroepen. Moge
hij in de rij van zijn beide voortreffelijke voorgangers
een waardige opvolger blijken te zijn. Spreker wil, in
aansluiting aan hetgeen door de heren Verhoeven en
Mr. Zeelenberg is gezegd, eveneens een woord van
bulde richten tot de heer van Lent, die zo lang het bur-
gemeesterschap heeft waargenomen. Alvorens hij enige
beschouwingen zal houden in verband met de begroting,
wil spreker twee opmerkingen van formele aard vooraf
laten gaan.
Vooreerst heeft de late indiening dezer begroting
sprekers fractie getroffen. Normaal is, dat de begroting
vöôr het begin van het nieuwe dienstjaar wordt vast-
gesteld en meer en meer blijkt dit zelfs in grote gemeen-
ten, o.a. Amsterdam, het geval te kunnen zijn. Is in het
Heemsteeds klimaat een vertragende factor gelegen?
Gelet op een reeds gemeld extra langzaam verloop zou
men het vrezen. Inmiddels hoopt spreker, dat het dit-
maal de laatste keer zal zijn, dat van de beproefde regel
uit het verleden wordt afgeweken. Zeer zeker is voor
..herstel om een geliefd mode-woord te gebruiken,
hier alle aanleiding.
In de tweede plaats zou sprekers fractie de behan-
deling van een volgende begroting gaarne voorafgegaan
zien door een algemeen onderzoek, niet in bepaalde
commissiën van aan deze competerende onderdelen,
maar in drie afdelingen van de raad, onder leiding van
de wethouders. Bij de begroting komt het gehele ge-
meente'beleid ter sprake en dit competeert aan de gehele
raad. Hierbij past een algemeen verslag en een ant-
woord daarop van het college van burgemeester en
wethouders, dat deel uitmaakt van de stukken. Alleen
zô kunnen de voorstellen op hun onderlinge belangrijk-
heid worden getoetst en ook alleen zö kan een beeld
worden verkregen van het werk van het college als