50
14 Februari 1950.
zullen ongetwijfeld ook consequenties hebben voor deze
gemeente, die waarschijnlijk tot lastenverzwaring aan-
leiding zullen geven, indien grotere landelijke gebieden
aan onze gemeente zouden worden toegevoegd en daar-
entegen aan Haarlem vastgegroeide gedeelten aan Heem-
stede zouden worden ontnomen. Diligentie, ook hier,
blijft eis, omdat, al is het tweede deel van het provin-
ciaal rapport nog niet verschenen, uit de bestudering
van het eerste deel reeds zekere tendenzen onmisken-
baar zijn af te leiden. Daarom zal ons gemeentelijk be-
leid zodanig moeten zijn, dat reeds thans wordt voor-
uitgezien, dat iedere te dure opzet wordt vermeden en
men zich instelt op toekomstige onzekerheden. Doe het
nu! Anders zal straks de enige en z.i. zeer verkeerde
methode moeten zijn, die van het domme potlood, dat
wegschrapt, en de percentsgewijze kortingen op sala-
rissen en lonen, die in de crisisjaren voor de oorlog
moesten worden gepractiseerd.
A1 wil sprekers fractie gaarne het college van bur-
gemeester en wethouders huldigen voor het gevoerde
beleid en daarvoor haar erkentelijkheid betuigen, toch
zal zij, vasthoudend aan de spelregels van deze raad,
dus kort, krachtig, zakelijk en vriendschappelijk samen-
werkend, haar eigen taak als raadslid niet mogen ver-
waarlozen. Dit betekent iets meer inperken de sedert
1940 onder Duitse invloed ontstane zucht om taken die
de raad competeren, te delegeren aan burgemeester en
wethouders. Wij zullen iets sterker onze eigen verant-
woordelijkheid ons bewust dienen te worden en het
,,zelf doen" toe moeten passen. De crisis der democra-
tie kan alleen overwonnen worden door herstel van de
geest, enerzijds van gezag, anderzijds van verantwoorde-
lijkheid, die haar grondvoorwaarden zijn, Dienend de
burgerij dezer gemeente, wier behoeften op sociaal en
economisch gebied veel en veelzijdig zijn. Met een open
oog voor de positie der economisch zwakkeren, open
voor de zedelijke noden en spanningen door het
woningprobleem in alle kringen gewekt. Levend in de
realiteit van 1950, daarbij handelend naar ons beste
inzicht, dat, als alle menselijke inzichten, beperkt is.
Strevend bij het gemeentelijk beleid naar de versterking
van de zedelijke volkskracht, naar het wekken van
eigen initiatief en verantwoordelijkheid der georgani-
seerde groepen in de samenleving, hebben wij dit werk