14 Februari 1950.
53
geschreven: „Wij zeggen het soms zo gemakkelijk:
,,Gods ogen doorlopen de ganse schepping", maar be-
seffen wij wel altijd, dat daar alles onder valt? Ook
onze daad in een stemhokje op een verkiezingsdag.
Protestantse Christenen, ook een verkiezing behoort een
zaak van gebed te zijn. Eerst als wij daarvan allen
doordrongen zijn en er ook naar handelen, mogen wij
met vertrouwen de 15e Juni tegemoet zien. Dan zullen
wij ons met recht kunnen verblijden als de uitslag gun-
stig is."
Spreker vraagt zich af of hetgeen hier geschreven
staat geen demagogie is. In ieder geval zijn deze woor-
den minder vriendelijk dan die door Mr. Dr. van Brug-
gen gesproken. De kiezers worden eenvoudig voor het
alternatief geplaatst om ôf op de C.H. ôf op de boeman
te stemmen. Spreker zal de Protestants-Christelijke
combinatie nooit als zodanig kunnen erkennen, maar
haar woordvoerders zien steeds als vertegenwoordigers
van de C.H. dan wel van de A.R. Deze combinatie is
een voorbeeld van dezelfde demagogie als die van het
verkiezingsaffiche van de A.R., waar de bijbel naast de
grondwet werd afgebeeld. Spreker vindt dit weinig
christelijk en kan het als christen niet verwerken.
Overgaande tot een bespreking van de begroting wil
spreker zich in de eerste plaats aansluiten bij de woor-
den van dank door de vorige sprekers gericht tot de
voorzitter, het college van burgemeester en wethouders,
de ambtenaren en de werklieden. Hij is het niet eens
met Mr, Dr. van Bruggen, waar deze de idee geopperd
heeft de raad voor het voorafgaand onderzoek der be-
groting in afdelingen te splitsen. Destijds is deze sug-
gestie ook al geuit door de heer de Ronde, maar spreker
is van oordeel, dat dit beter past voor een stad als
Amsterdam en qualificeert de idee als Haagse bluf. Een
dergelijke instelling kan dan ook in Heemstede gemist
worden. De voorbereiding der begrotingsbehandeling
kan behoorlijk in de bestaande raadscommissiën ge-
schieden, zodat de behandeling in de raad niet veel tijd
in beslag behoeft te nemen. Door de heer Mr. Zeelen-
berg is de wenselijkheid uitgesproken een commissie
uit de raad in te stellen om het z.g.n. plan-Bussum te
bestuderen. Spreker acht dit echter niet nodig, gezien
het bestaan van de commissie ad hoc voor de volks-
huisvesting. Daarnaast heeft spreker allerminst be-