14 Februari 1950,
69
Bruggen aangehaalde spreuk „Maak 't kort". Spreker
zal zich dan ook niet in de politieke beschouwingen van
de heer Mr. Dr. van Bruggen begeven, maar ook is hij
het niet eens met de heer Kamerbeek als zouden poli-
tieke beschouwingen niet op hun plaats zijn. Het houden
van algemene beschouwingen moet gezien worden als
een uitlaatklep, waarbij men opgekropte gevoelens kan
spuien. Daarover moet men niet kwaad worden. Spre-
ker heeft persoonlijk geen behoefte om op de beschou-
wingen van de heer Mr. Dr. van Bruggen over de
verdeling van de wethouderszetels in te gaan. De be-
schouwingen over het onechte kind met onbekende
vader zal spreker maar laten voor wat ze zijn. Hij is
met de heer Mr. Dr. van Bruggen van mening, dat men
de vuile was thuis moet behandelen. Spreker wil ten
aanzien van de verdeling van de wethouderszetels er
nog wel op wijzen, dat men in een kleine gemeente deze
zaak niet te politiek moet bezien. Het gaat z.i. meer om
de persoon van de wethouder. In kleine gemeenten mag
men blij zijn, indien men een geschikte persoon kan vin-
den, hetgeen hier het geval was. Bovendien is spreker
van mening, dat als men het wethouderschap naar be-
horen wil vervullen, dit een grote financiële last op de
schouders van de betrokkene legt, groter dan buiten-
staanders wel kunnen bevroeden.
Spreker wil verder nog een misverstand uit de weg
nemen. De door spreker betoogde wenselijkheid van
meer invloed van burgemeester en wethouders in de
besturen van sportparken en bad- en zweminrichtingen
inmpliceert geen critiek op de huidige leiding van deze
stichtingen. Misschien is er echter een andere vorm te
vinden waardoor de band tussen de besturen en de ge-
meente wordt verstevigd.
Ten slotte vraagt spreker burgemeester en wethou-
ders aandacht te wijden aan de sluiting van het badhuis
tijdens de vacantie van de badmeester.
De heer Mr. Zeelenberg vestigt er de aandacht op.
niet gesproken te hebben over instelling van een com-
missie uit de raad ter bestudering van het plan- ter Veen,
doch dit plan in klein verband in de raad te bekijken.
Spreker wil nog even ingaan op het gesprokene door
de heer Mr. Dr. van Bruggen over de verdeling van
de wethouderszetels. De heer Verhoeven heeft daarop