82 14 Februari 1950, tevreden zouden zijn. Misschien is dit wel juist wat betreft het gasbedrijf. Spreker zal deze opmerking bij de begroting van openbare werken niet herhalen, aan- nemende, dat burgemeester en wethouders de door hem gemaakte opmerking ook willen zien als te slaan op die begroting. Spreker wil hieraan toevoegen, dat de figuur dat de indeling der werklieden in de verschillende groepen ter goedkeuring aan gedeputeerde staten moet worden in- gezonden, niet bekend is. Wel zijn gedeputeerde staten in verschillende gemeenten vrij ver gegaan door een overzicht te vragen van de indeling, om daardoor een mzicht in deze zaak te krijgen. Het doet spreker genoegen, dat, om de woorden van de heer Mr. Bakhuizen van den Brink eens vrij weer te geven, burgemeester en wethouders hun poot stijf houden ten aanzien van de ambtenarensalarissen. Spre- ker juicht dit toe en hoopt dat dit enig resultaat zal opleveren. Spreker wijst er nog op, dat hij allerminst betoogd heeft, dat alle werklieden een groep moeten opschuiven, maar alleen dat het z.i. mogelijk is een aantal personen op redelijke gronden één groep hoger te plaatsen. Hij hoopt, dat dit het volgende jaar het geval zal zijn. De heer Ir. Kooijmans meent, dat in het algemeen dient opgepast te worden, dat niet te veel naar boven wordt opgedreven. Dit kan leiden tot onevenwichtig- heid in de formatie en de juiste verhoudingen doen te loor gaan. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat bur- gemeester en wethouders graag zullen kennis nemen van de redelijke gronden waarop plaatsing in een hogere loongroep kan tot stand komen. De begroting voor het gasbedrijf wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde de behande- ling van de begroting voor het DUINWATERBEDRIJF voor 1950, op de gewone dienst aan baten en lasten aanwijzende een bedrag van 150.625,— en op de kapi- taaldienst aan baten en lasten een bedraq van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 56