14 Februari 1950. 83 De heer Kamerbeek zegt, dat volgens deze begroting het bedrijf een schuld heeff van f 92.285.11. Spreker vraagt of dit is inclusief het bedrag van f 50.000. dat als kapitaalverstrekking op de urgentielijst voor- komt. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat de in de begroting voorkomende staat van schulden, de schuld per 1 Januari 1950 aangeeft, zodat het bedrag van f 50.000.daar niet in begrepen kan zijn. De heer Kamerbeek zegt, dat men de schuld dan zô moet opvatten f 92.285.1 1 f 50.000.- -. Spreker vraagt wat daar tegenover staat. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat daar een uitbreiding van het buizennet tegenover staat ter waarde van f 50.000.Dit is dus een volkomen ge- dekte schuld. De afschrijving van deze schuld ge- schiedt met een zodanig percentage, dat het veilig ge- noeg is. Na volledige afschrijving is de kans groot, dat het object nog bestaat. De schuld heeft dus een voldoen- de tegenwaarde. De heer Kamerbeek zegt, dat de uiteindelijke bedoe- ling van zijn vragen is of deze verhoging van schuld nie't leidt tot belastingverhoging. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt ontken- nend, omdat tegenover deze schuld een uitbreiding van de bedrijfsapparatuur staat. Een en ander is een gevolg van de toename van de bevolking. Er komen dus be- woners bij, die bijdragen in de bronnen waaruit de af- schrijving van de leningen worden betaald. Hierdoor is geen belastingverhoging te duchten. De heer Reijnders vraagt of het waar is, dat indien er enerzijds schuld bijkomt er anderzijds door aflossing schuld afgaat. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat dit in zekere mate het geval is. Er bestaat geen rechtstreeks verband tussen oude en nieuwe schulden. Oude schul- den worden afgelost en dat gaat regelmatig door. Als er dus geen nieuwe investeringen behoefden plaats te vinden, dan zou de schuld verminderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 57