14 Februari 1950. 89 fonds zitten en ten dele door de kapitaaldienst lopen. Deze begroting wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde de begroting voor het GEMEENTELIJK BADHUIS voor 1950, aangevende in inkomsten en uitgaven een bedrag van f 12.800. Deze begroting wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Voorts stelt de Voorzitter aan de orde de begroting voor de GEMEENTELIJKE ZWEMVIJVERS voor 1950, aangevende in inkomsten en uitgaven een bedrag van 18.800. De heer Mr. Pliester vraagt, hoever de plannen voor de nieuwe zwemvijvers gevorderd zijn. Spreker heeft met vreugde geconstateerd, dat verwacht wordt, dat de zwemvijvers slechts een klein tekort zullen opleveren. Voorts vraagt spreker of de kanobergplaats voor ieder- een toegankelijk is. De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat de kanobergplaats voor iedereen ter beschikking is tegen een vergoeding van een matig tarief, voor zover er plaats is. Ten aanzien van de stand van de plannen voor een nieuwe zwemvijver, merkt spreker op, dat de vorige raad in beginsel een terrein van 3]/f 4 H.A. heeft bestemd voor het daarop stichten van zwemvijvers. Bovendien is door die raad een crediet verleend voor het aanbrengen van een omzomende beplanting op het terrein. De beplanting zal over enkele jaren voldoende zijn uitgegroeid. zodat het uiterlijk bij de aanvang van de bouw in orde zal zijn. Verder staat nog niets vast over de details van de inrichting van de zwemvijvers. Als tengevolge van de voortschrijdende uitbreiding van de begraafplaats de in gereedheid gebrachte terreinen aan de zijde van de zwemvijvers in gebruik moeten worden genomen, waar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 63