116
14 Februari 1950.
Met belangstelling ziet spreker het antwoord van
de voorzitter tegemoet.
De heer Disselkoen, wethouder, verzekert, dat hij de
suggesties van de heer Zegwaart met belangstelling
heeft gevolgd. Mogelijk dat de heer Zegwaart gelegen-
heid vindt zijn ideeën niet alleen plaatselijk maar'ook
landelijk kenbaar te maken. Burgemeester en wethou-
ders zullen dan t.z.t. gaarne vernemen welke resultaten
dat heeft opgeleverd.
Spreker is vooralsnog van mening dat een feestviering,
zoals de heer Zgwaart die zich voorstelt, niet moet
worden gevolgd. Ook burgemeester en wethouders vin-
den de bevrijdingsdag een uitermate belangrijke dag, die
onder het volk levend gehouden dient te worden, waarbij
echter de vraag gesteld kan worden of daaraan het
karakter van een feestdag moet worden gegeven. On-
danks dat verleden jaar van hogerhand aangedrongen
was om het gemeente-personeel de arbeid één uur
vroeger te doen beëindigen, stonden burgemeester en
wethouders toen reeds op het standpunt,' dat dit een
halve dag diende te zijn. A1 zijn burgemeester en wet-
houders dus van mening, dat de 5e IVlei een uiterst
belangrijke dag is, niettemin ligt de zaak nu anders
dan in 1945 en 1946 het geval was. Nu is het op
30 April ook feest, waarbij het gehele volk wordt be-
trokken. Spreker vraagt zich dan ook af of het juist
zal zijn om op 5 Mei opnieuw feest te vieren. Burge-
meester en wethouders hebben zich over deze kwestie
niet kunnen beraden, waarom spreker zijn eigen mening
weergeeft. Gezien het feit. dat enige dagen tevoren een
nationaal feest gevierd wordt, is spreker van oordeel,
dat de bevrijdingsdag niet herdacht moet worden door
weer feest te vieren. Thans wordt aan de vooravond van
de bevrijdingsdag een stille omgang naar het monument
v°or de gevallenen gemaakt. Misschien is het beter dat
in het vervolg op 5 Mei te doen. Het lijkt spreker nu
juister de herdenking van de bevrijdingsdag een plechtig
karakter te geven. De heer Zegwaart zal wel begrijpen,
dat burgemeester en wethouders met hem van mening
zijn, dat de herinnering aan de bevrijdingsdag levend
moet worden gehouden.
De Voorzitter is het volkomen met de heer Dissel-