14 Februari 1950.
119
antwoordt, dat deze raming verband houdt met de
werkelijke opbrengst in 1948.
Vervolgens wordt de gemeente-begroting zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. RONDVRAAG.
De heer Mr, Dr. van Bruggen wijst op de wenselijk-
heid om, indien een raadslid het voornemen heeft bij
de rondvraag iets ter sprake te brengen, hiervan burge-
meester en wethouders op de hoogte te stellen. Dan
hebben burgemeester en wethouders de gelegenheid om
zich over het antwoord te beraden.
De voorzitter antwoordt, dat het reeds gebruikelijk
is om de betrokken wethouder met de te stellen vragen
op de hoogte te stellen.
De voorzitter zegt, dat Vrijdag a.s. de plechtige
installatie van de burgemeêster zal plaats vinden. Hier-
voor zal een commissie van ontvangst dienen te worden
benoemd, waarvoor spreker voorstelt de heren Reijnders
en van Hees, als zijnde het oudste en jongste raadslid
en daaraan de secretaris toe te voegen.
De vergadering kan zich hiermede verenigen.
Mevr. van Nispen zegt, dat reeds veel woorden van
waardering tot de voorzitter zijn gericht voor de wijze
waarop hij gedurende zeven maanden het burgemeesters-
ambt heeft waargenomen. Zo heeft o.a. de heer Mr
Bakhuizen van den Brink geschetst aan welke eisen een
ideale burgemeester moet voldoen. Spreekster wil daar
nog één eis aan toevoegen, n.l. dat hij een warm hart
moet hebben voor zijn ingezetenen. Dit aldus spreekster
heeft de heer van Lent getoond te bezitten. De heer
van Lent heeft hierbij de stelregel in toepassing ge-
bracht, dat men moet beginnen met liefde te geven. wil
men liefde ontvangen. Spreekster is de heer van Lent
van harte dankbaar voor zijn nauwgezette plichts-
betrachting. Haar gedachten gaan hierbij uit naar
mevrouw van Lent, omdat zij ongetwijfeld een groo<"
aandeel heeft in het scheppen van de mogelijkheid voor
de heer van Lent om zijn dubbele taak te vervullen. Uit
naam van alle raadsleden wil spreekster, onder aanbie-
ding van een bouquet bloemen, mevrouw van Lent mede