134
17 Februari 1950.
worden naar de daaraan bestede kosten, maar veeleer
naar de mate van orde, rust en veiligheid, die door zijn
optreden worden gewaarborgd. Weet, mijnheer de
Hoofd-Inspecteur, dat ik mij verheug met II samen te
werken, dat ik achter U en uw manschappen zal staan
en dat gij in mij steeds zult vinden een warm pleitbe-
zorger voor een doeltreffende organisatie van uw
dienst.
Ongaarne zou ik ook nalaten mij bij deze gelegenheid
te wenden tot de pers. Veelzijdige voorlichting acht ik
van eminent gewicht om de belangstelling van de be-
volking van Heemstede te wekken voor de daden en
besluiten van het gemeentebestuur en daardoor de bur-
gerzin te bevorderen. Ik roep daartoe uw hooggewaar-
deerde medewerking in en verzeker U bij deze van mijn
steun. En wat ik U nog vragen wilde, is dit: Spaart ons
niet uw gerechtvaardigde critiek. Van opbouwende
critiek zullen wij meer profijt kunnen trekken, dan van
uw instemming, hoe welkom die ook zal zijn,
Dames en Heren,
In het nieuwe, in het onbekende ligt voor mij een
bezielend element. Iets, dat lichaam en geest verkwikt
en culmineert in dat éne grote verlangen, een goed
burgemeester te zijn, mij volkomen te geven aan deze
mij toevertrouwde taak. Naast mij staat mijn vrouw,
met wie ik spoedig herenigd onder U hoop te wonen.
Zij beseft ten volle, dat ook van haar als burgemees-
tersvrouw veel zal worden gevraagd. Ik weet, dat zij
eigenlijk niets liever wil. Wij beiden danken U allen
uit het diepst van onze harten, voor al de blijken van
sympathie, die ons op deze dag worden toegebracht.
Deze versterken ons in ons voornemen voor Heem-
stede veel, heel veel over te hebben. Schenkt gij ons
uw voor ons onmisbaar vertrouwen.
In de hoop, dat het mij onder Gods Zegen gegeven
zij tientallen jaren in uw midden werkzaam te zijn en
dat mijn arbeid moge bijdragen tot de groei en de bloei
van de gemeente Heemstede, verklaar ik hierbij het
ambt van burgemeester dezer gemeente te aanvaarden.
Applaus)
De heer Reijnders, als nestor van de raad, zegt het
navolgende: