17 Februari 1950. 129 werkt en ik twijfel er niet aan, dat ook onder uw leiciing zulks het geval zal zijn. Wat uw contact met de inwoners betreft, heb ik uit de besprekingen, die wij reeds gevoerd hebben, begre- pen, dat het uw voornemen is, dat contact zoveel moge- lijk te bevorderen. Ik juich dit ten zeerste toe, omdat ik genoeg ervaring heb opgedaan, in de maanden dat ik waarnemer was, om te weten, hoe dit op prijs gesteld wordt. En ofschoon U zeker niet iedereen die op uw spreekuur komt, kunt bevredigen, vooral de huisvesting is een zeer moeilijk probleem, het feit, dat de eerste in- woner van fdeemstede voor ieder te spreken is, wordt ten zeerste gewaardeerd. Het schenkt de ingezetenen voldoening als door de burgemeester naar hen wordt geluisterd. Heemstede is nog geen gemeente die zo groot is. dat het persoonlijk contact verloren is gegaan en in menig geval wordt de burgemeester opgezocht als de vertrouwensman. Reeds hierdoor is het ambt van burgemeester aan- trekkelijk en eist het tact om met de mensen om te gaan. U kent natuurlijk het veel aangehaalde boekwerk ,,De twee ambtsketens" van de oud-burgemeester van Den Haag, de heer de Monchy, die daarin uit zijn er- varingen opnoemt de vraag van het vrouwtje, dat in- formeerde of ze dit jaar haar gouden bruiloft zou mogen vieren. En op de tactvol gestelde vraag van de burge- meester, waarom dat niet zou mogen, was het antwoord: ,,Ja, burgemeester, maar ik ben eigenlijk pas 49 iaar getrouwd, maar ik heb een zoon van 49." Waarop de burgemeester antwoordde: „Natuurlijk moeder, vier rustig uw gouden feest als het U goed dunkt", terwijl hij dacht: ,,jammer, dat uw groene bruiloft niet een jaar eerder is gevierd." Ik heb dit kleine intermezzo aangehaald uit ervaring wetende, dat men dikwijls voor het geven van practisch voldoening schenkende antwoorden wordt gesteld. Moge ook U daarin, bij de vervulling van uw ambt, slagen. Mijnheer de Burgemeester, U zei dezer dagen, dat U Heemstede niet als een doorgangsplaats beschouwde, maar wellicht als uw eindbestemming. Ik spreek de wens uit, dat U en uw vrouw en zoontje zich in ons midden spoedig geheel thuis zullen gevoelen en van harte hoop ik, dat het U gegeven moge zijn, mede te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 9