145
23 Februari 1950.
De Voorzitter zegt deze medewerking toe.
De heer Hopstaken heeft bij geruchte vernomen, dat
twee herten in de hertenkamp zijn vergiftigd. Spreker
vraagt, indien dit gerucht op waarheid berust, wat het
gemeentebestuur in deze denkt te doen om herhaling te
voorkomen.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat het
inderdaad juist is, dat twee hertebokken zijn gestorven,
waarschijnlijk tengevolge van het eten van beschimmeld
brood of bedorven levensmiddelen. Om herhaling te
voorkomen lijkt het spreker het beste een bord te plaat-
sen, houdende een waarschuwing aan het publiek om
met het voederen van de dieren er rekening mede te
houden, dat geen bedorven etenswaren aan de beesten
worden gegeven.
De Voorzitter voegt hier nog aan toe, dat een in de
hertenkamp geboren lama, wat zeldzaam is, ondanks de
zorgzame behandeling, niet in het leven is gebleven,
hetgeen erg jammer is.
De heer Verhoeven komt met een klacht. Hij heeft
deze bewaard tot de komst van de nieuwe burgemees-
ter, omdat de loco-burgemeester hem destijds met een
kluitje in het riet heeft gestuurd. Het gaat hier n.l. over
de vraag of in het vervolg mogelijk des avonds ver-
gaderd kan worden. Spreker weet wel, dat het een
prerogatief van de burgemeester is om de tijd van de
vergaderingen vast te stellen, maar spreker wil hem
nochtans vragen om in overweging te nemen de ver-
gadering op des avonds vast te stellen.
De Voorzitter is bij het nalezen van de notulen deze
kwestie reeds opgevallen. Als hij zich goed herinnert
was er toen een kleine meerderheid met voorkeur voor
middagvergaderingen. Z.i. spreekt het vanzelf, dat een
voorzitter zich ten aanzien van het tijdstip der vergade-
ringen schikt naar de wens van de meerderheid van de
raad. Hij is daarom bereid opnieuw naar de mening
van de leden ten aanzien van dit punt te vragen, omdat
het mogelijk is, dat het aantal voorstanders voor avond-
vergaderingen vermeerderd is.
De heer Verhoeven zou nog willen wijzen, gezien